2000 dagen
Dit schrijf ik onder het motto: elke uitvlucht is goed om een verhaal te vertellen. Want geef toe, wat zegt dat nu, 2000 dagen? 't Is ook enkel omdat deze smartphone app me als achtergrond de teller toont, dat ik weet dat het er 2000 zijn. Maar verder heb je daar geen vat op omdat we zo 'in real life' niet tellen. Het is ongeveer vijf jaar, vijf maanden en enkele weken. Kijk, dát zegt wel iets, maar dan is het geen jubileum meer.
Waarom ik het toch ga vieren? Wel dat komt dus door de AA. Twaalf stappen staan er in dat boekje, en in die vijf jaar en nog wat heb ik er nog niet de helft echt van uitgevoerd. Gelukkig is het een levenswerk en ik hoop dat ik nog veel tijd heb om alles af te werken. Dat neemt niet weg dat ik die stappen allemaal al tientallen keren mee gelezen heb, want elke donderdag ben ik paraat in mijn vaste groep. Maar stap één zegt: leef dag per dag en drink vandaag niet. Morgen zien we wel, maar vandaag drink je niet. Dan tel je dus wél dagen, omdat één dag niet drinken belangrijker is dan de afgelopen vijf jaar, zes maanden en wat weken niet drinken.
Maar terug naar die dagen. Stap één is de belangrijkste en die houdt je droog. Ik schrijf met opzet 'droog', niet 'nuchter'. Daar is een verschil tussen, het eerste wil zeggen dat je niet drinkt, het tweede dat je je leven verandert. Het ene kan niet zonder het andere, maar het moet in die volgorde. Je moet eerst (een geruime tijd, naar mijn bescheiden mening) 'droog' zijn, om 'nuchter' te worden. Soms noem ik het ook wel 'ongelukkig nuchter' en 'gelukkig nuchter'. En dat is vreemd, want als ik een nieuweling uitleg dat ie eerst 'ongelukkig nuchter' moet worden, dan lacht ie me uit. Of hij is teleurgesteld wanneer ie het snapt. Wordt er immers niet beloofd in dat boekje met die stappen dat je geluk zal vinden als je stopt met drinken? Wel ja, als je goed leest, staat dat erin. Maar dat is een proces van stap 2 tot 12. Gelukkig heeft niet iedereen ze alle elf nodig om gelukkig te worden.
Eerste verhaaltje. Ik ben ongelukkig.
Alles steekt me tegen, al van toen ik heel jong was. Er zijn veel redenen, ze hebben te maken met een zeer laag zelfbeeld en een visie op het leven die ik aangeleerd kreeg. In het kort: mij werd verteld dat ik getalenteerd was, maar veel te lui. Daarom zou ik er nooit geraken als ik niet alles zou geven en wat meer initiatief zou tonen op de schoolbank. Mijn passies werden de kop ingedrukt en mij aanporren gebeurde op een foute manier. Ik werd ongelukkig omdat ik de doelstellingen die niet de mijne waren, niet haalde.
Alcohol kwam in mijn leven en het gaf me eindelijk de kans om uitbundig te zijn en de verlegen nerd achter mij te laten. Alleen, na de kater was die nerd er gewoon terug. Daarom steeg de frequentie en de promille per drankje. Enkel sociaal hoor, niet op mijn eentje. Zolang je maar geen sterke drank drinkt, heb je geen probleem. Die simpele vuistregel leerde ik thuis. Ook daar enkel sociale drinkers.
Schoolcarrières eindigen, de mijne weinig succesvol. Te veel sociaal gefeest wellicht, maar op de achtergrond zat iets veel fundamenteler mis. Vrienden trouwen en bouwen een leven op. Ik wist niet hoe dat moest, zelfbeeld en zo weet je wel. Na een lange tijd lukte het toch, mits wat sociale alcohol. Hoe kon een verlegen jongeman anders een andere jongeman aanspreken? Maar ik vond het lotje uit de loterij.
Jaren gingen verder en intussen kreeg ik zorgen. Zorgen omdat sociaal drinken moeilijk werd als je geen sociaal leven hebt, en moeilijk omdat dezelfde doelen niet gehaald werden. Het gaat over succes hebben, geld hebben, iets waard zijn in onze maatschappij zodat anderen trots kunnen zijn op mij en mijn ego een boost krijgt. Soms lukte dat effectief, en dan vierde ik dat. Niet sociaal meer, want niemand kon mijn sociaal tempo nog aan.
Tweede verhaaltje. Ik ben gelukkig.
Alles steekt me tegen. Ik stopte met drinken en kreeg diabetes type 1. Het is pech hebben en staat los van elkaar, maar het was er plots. Het eerste jaar was een nachtmerrie omdat ik hypo's kreeg (dan staat je suiker te laag en panikeer je omdat je denkt flauw te vallen) en ik kon daar niet mee omgaan. Na een tijdje hing ik vast aan twee toestellen die mijn lijf bewaken: een insulinepomp die me insuline geeft en een glucosesensor die elke vijf minuten mijn bloedsuiker meet. Het is moeilijk omdat je ze nooit los kan maken, je slaapt ermee en leeft ermee.
Zowat op hetzelfde moment krijg ik een hernia en een eerste dringende operatie. Er volgen er nog, sommigen met succes. Mijn onderrug zit nu vol bouten en moeren van de Gamma en ik heb altijd pijn. Hetzelfde probleem doet zich nu voor in mijn nek en op andere plekken lopen de dingen ook mis als het met botten en gewrichten te maken heeft.
Ondertussen zijn we vijf jaar verder en ik ben nu invalide verklaard. Twee jaar kon ik niks doen, nu kan ik deeltijds werken maar veel stelt dat niet voor. Een financiële kater, het 'echte' werk ben ik kwijt en ik moest mijn wagen verkopen.
Het zijn twee verhaaltjes die mekaar opvolgen. Het eerste vertelt mijn eerste veertig levensjaren, het tweede de laatste vijf. Het eerste heeft weinig échte problemen, het tweede een hoop. Toch ben ik in het eerste verhaaltje ongelukkig, en in het tweede gelukkig.
Het geheim komt uit dat boekje. Vergeet alles wat je denkt te weten en begin opnieuw. Stel een nieuwe lijst op van normen en waarden. Op mijn nieuwe lijst van waarden staat geld en bezittingen op de vijfde plaats. Vreemd genoeg staat gezondheid pas op de vierde plaats. Op één staat met stip: nuchter leven, op twee mijn relatie en op drie hobby's, passies en vrienden. Vroeger had ik zo'n lijstje niet bewust, maar je kan de inhoud wel voorspellen: een goeie baan, een mooi huis, een mooie auto en een 'goei lief'.
Ook alle normen gooide ik weg en ik maakte een nieuwe lijst. Voor de eenvoud: normen beschrijven wat goed en slecht is. Vroeger moest ik bang zijn voor wat vreemd was, uitkijken voor wat mensen van mij zouden denken en oppassen voor drugs. Alcohol drinken mocht met sloten als het sociaal was. Zat zijn hoorde erbij want een feestje zonder alcohol is voor saaie mensen. Natuurlijk is dat nooit met zoveel woorden uitgelegd, ik was gewoon jong en deed na wat familie en vrienden deden.
Nu zijn de normen anders. Alcohol is altijd slecht, ook met mate. Dat komt omdat 'met mate' altijd veel meer is dan wat de Wereld Gezondheidsorganisatie zegt, en wat we als sociale drinker belachelijk moesten vinden. Wie drinkt er nu drie glazen op een avond? Saaie mensen, toch? Ik weet dat ik dat niet kan, drie glazen drinken. Twee ook niet, en één is onnozel. Daarom is het voor mij dus altijd slecht. Punt.
Mijn psycholoog zei vroeger: een sociale drinker is een drinker die dat sociaal doet. Het klinkt als de logica zelf, maar als je erover nadenkt, is het de nagel op de kop. Ik wou weten wanneer mijn drankprobleem was begonnen en dacht dus dat het dat moment was toen ik overstapte naar wodka om leeggoed te vermijden, of toen ik alleen begon te drinken omdat vrienden trouwden. Maar dat had er niks mee te maken, mijn drankprobleem was ontstaan na mijn eerste glas op mijn 17de levensjaar. Ik wist meteen dat ik niet één glas kon drinken, maar vreemd was dat niet. Niemand in mijn omgeving kon dat toen. Het was ook niet sociaal om één glas te drinken. Als je een water bestelde, vroeg men of je er een washandje en zeep bij wou.
Hoe komt het dan dat de eerste veertig jaar ongelukkig waren en de laatste vijf gelukkig? De nieuwe normen en waarden brachten een massa nieuwe uitdagingen, hobby's en nieuwe mensen in mijn leven. Ze hebben niks meer te maken met succes, een mooie wagen of aanzien van mijn medestanders in dezelfde sociale klasse. Ze hebben alles te maken met passie voor het leven, zin hebben om op te staan en te doen wat je graag doet. Helaas wordt dat gevoel weggespoeld als ik alcohol drink of wellicht ook als ik drugs zou nemen. De euforie van de hoogtes en de diepte van de depressie die erop volgt, maakt dat elk gevoel dat tussenin zit, verdwijnt. Gewoon blij zijn met iets, kan je niet omdat euforie je geluk in de weg staat. Het alles-of-niks-verhaal is waardeloos omdat het geluk tussen de cijfers één en negen zit op die schaal van nul tot tien.
Beslis gewoon dat je nul (depressie) en tien (geïnduceerde euforie) niet meer wilt, en plots zie je een regenboog aan emoties die ertussen zitten. Ze zijn mooi, pijnlijk, droevig, ontroerend, indrukwekkend, opgewekt en soms een beetje futloos.
Maar ze zijn écht. En dat is voor mij gelukkig nuchter zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten