woensdag 29 februari 2012

I'm losing it

Ja, man... ik ben niet meer mee. Ik denk dat het de leeftijd is. Ik moet op de hoogte blijven, anders sla ik een gek figuur. Maar ja, als je er niet elke dag meer mee bezig bent, dan mindert het een beetje. Je raakt het gevoel een beetje kwijt. Je vangt af en toe dingen op die nieuw voor je zijn, terwijl ik vroeger als eerste de nieuwe ontwikkelingen kende. Ik volgde het ook intensief op. Ik heb er geregeld over geblogd.

En dan kom je plots een Geoxwinkel tegen op de Meir. Daar moet ik mijn bijnaam voor hebben. Ik heb zelfs mijn blog ernaar genoemd. Maar hij staat daar dus. Mooi te blinken. Ik ben natuurlijk direct gaan vragen hoe lang die er al was. Van oktober 2011 zei de juffrouw. Ze had me net een paar verkocht dat ik vorig seizoen wou kopen, maar het was niet meer in stock. Ook andere winkels hadden mijn maat niet meer. Een computerprogramma op de hoofdzetel weet dat altijd in detail. Ze vroeg nog of ik de tweede schoen moest passen, maar ze zag dat de vraag wat belachelijk was. Ik had net dezelfde schoenen aan toen ik de winkel binnenkwam. Alleen de kleur was verschillend. Ik zeg nog dat ne witte of nen blauwe wel even goed zal passen en ze keek eventjes verbaasd. Maar dan moest ze wel lachen.

Helaas werkt mijn klantenkaart er niet. Ze is niet kapot, maar de juffrouw had een hele uitleg over franchising die ik niet begreep. Het komt erop neer dat de andere winkel in het shoppingcenter een vreemde eend in de bijt is. Mijn kaart staat vol, dus ik moet er nog één keer langs. Maar dan ga ik af en toe eens langs de Meir lopen. Er ligt daar nog een geocache verstopt op geen 50m daar vandaan. Ik heb hem al drie keer aan 't zoeken geweest maar ik vind hem nooit.

Ik ga nog ne keer proberen, 'k moet er nu toch vaker zijn hè ;-)

dinsdag 28 februari 2012

Boetebudget

Ik had dus een boetebudget. De psychologe had me een hint gegeven. Als ik mij druk maak over dingen die te onnozel zijn, kan je daar best een pragmatische oplossing voor zoeken. En soms is die redelijk ongewoon. Mijn boetebudget was dat ook. Wat ik deed, is op voorhand van het boekjaar een vast bedrag opzij zetten om boetes te betalen als ik te snel heb gereden. Ja, ik weet wat je nu denkt. Je kan je ook gewoon aan de geldende snelheidsbeperkingen houden, dan heb je geen probleem. Maar dat was helaas nog moeilijker dan het boetebudget.

Maar als het meezit kan ik dat budget bijna volledig schrappen dankzij deze jongen. 49,99€ per jaar moet ik nog voorzien. iCoyote is een programma dat op de iPhone draait. Als je op een snelweg (of een grote lokale weg) rijdt, kan je zien wie er voor je rijdt en ook het programma gebruikt. Op een snelweg zijn dat vaak 20 à 30 mensen op een strook van 40 km. Als iemand van die mensen een vallende ster ziet, klikt ie op een toets en zo is iedereen die achter hem rijdt meteen ingelicht.

Het lijkt op een radardetector, zo'n toestel dat radargolven van de flitswagen opspoort. Maar het grootste verschil is, dat dit systeem wel wettelijk is. Een radardetector is dat niet. Alles wat het immers doet is mensen laten communiceren met elkaar. Er komt geen detectie aan te pas. Tot nu toe heeft het twee keer een mobiele flitser gezien. Eén had ik op mezelf wel opgemerkt, maar de tweede stond op de autosnelweg achter een brugpijler. Die had ik zonder het toestel zeker niet gezien. Dus mijn jaarabonnement is in de eerste maand al terugverdiend.

iLike iCoyote :-)

maandag 27 februari 2012

Ik drink niet

Dat ik alcoholvrij leef is nu wellicht bekend. En dat ik daar mijn goede redenen voor heb ook. Als mensen me de vraag stellen waarom ik geen pintje wil, zeg ik dat ik al genoeg pintjes heb gedronken voor een heel leven. Dat is op zijn minst duidelijk.

Toch ontmoet ik mensen die ook geen alcohol drinken. En dan vraag ik me af waarom. En het vreemde is dat ik er niks mee doe. Ik durf niet vragen waarom. Ik vind het ongepast om dat te vragen. Ik zal er zelf altijd eerlijk over zijn, maar om het aan iemand anders te vragen, nee... dat durf ik dus niet.

En dan begint een molentje te malen in mijn hoofd. Wat zouden nu andere redenen zijn waarom iemand beslist om geen alcohol te drinken. En ik ken duidelijke gevallen. Mensen die letterlijk zeggen: ik drink niet. En dan begin ik na te denken waarom ze dat op die manier zeggen. En ik kom niet tot een antwoord.

Als iemand niet drinkt om medische redenen, zou hij dat dan niet mee vermelden in de zin Ik drink niet? Zou hij niet letterlijk zeggen: ik drink niet omdat puntje puntje puntje ... Net zoals ik zou kunnen zeggen: ik drink niet omdat ik diabetes heb. Dat is een hele goeie reden. De specialist was daar zelfs heel duidelijk in. Hij zei: als je ooit nog te veel drinkt, kom je op de spoed terecht. Door je diabetes dus. Maar by the way, dat zeg ik dus niet. Het is een tweede reden en ze is ook belangrijk. De eerste is dat ik niet kan stoppen.

Ik ken het voorbeeld van Dr. Phil, de psycholoog op VijfTV. Hij drinkt niet. Heeft ook nooit één druppel alcohol gedronken. Als hij zegt: ik drink niet, zegt hij er steevast bij: ik drink niet want ik heb gezien wat alcohol heeft aangedaan bij mijn vader. Dat is een goede reden, maar hij zegt ze er wel telkens bij.

Ik kom er niet uit. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat mensen die de korte zin Ik drink niet gebruiken, dit doen om een goede reden. En die reden is dezelfde als de mijne, denk ik. Ik kan mij vergissen natuurlijk.

zondag 26 februari 2012

Discriminatie !

Foei dat mag niet. Je mag niet gediscrimineerd worden op basis van je geaardheid. En ik heb het toch meegemaakt deze week. En ik vond het heel grappig! Ik werd namelijk gediscrimineerd omdat ik hetero was. Iemand dacht er toch zo over :-)

Ik was gaan shoppen omdat ik nieuwe kleren nodig had. Neen, ik was gaan shoppen omdat... ik heb daar toch geen reden voor nodig? Ik was gewoon gaan shoppen. En ik kom in een trendy kledingzaak terecht op de Antwerpse Meir. Dat heeft zijn reden, wacht! Normaal loop ik wel binnen in de P&C of de Zara maar zo'n kledingzaken waar loeiharde muziek speelt en je alleen jong grut ziet rondhangen, neen... daar kom ik normaal niet.

Maar dit keer wel. Ik heb namelijk iets nodig dat het jonge grut draagt. Ik heb één (lees: enkele) jeansbroek(en) nodig die een lagere taille hebben dan wat ik gewoon ben. Dat komt omdat ik een probleem heb met mijn catheder van de insulinepomp en met de glucosesensor. Dat zijn twee dingen die met een naald in mijn buik vasthangen, maar nu wil het toeval dat die niet goed werken tenzij ze buikvet tegenkomen. Omdat ik kilo's kwijt ben is daar nu minder ruimte voor dan vroeger. De plaatsen die ik gewoon was kan ik moeilijk nog gebruiken om die spullen in te schieten, want het is pijnlijk en soms komt er bloed aan te pas. De oplossing is om de catheder lager in de buik in te brengen, maar dan zit de broeksriem in de weg.

Enfin, ik zoek dus in feite heel trendy jeansbroeken. In die ene trendy zaak ben ik op zoek in een stapel broeken naar mijn maat. Ik vind ze niet terug. Ik ben al blij dat ik niet meer de grootste maat nodig heb, want vroeger kon ik hier helemaal niet terecht. Een jongeman stapt op me af. Het is het type jongeman dat iedereen zijn type is. Hij lijkt niet "van de familie" maar hij zegt één woord en ik hoor dat we toch dezelfde geaardheid delen. Hij zegt nonchalant dat ik zijn hulp kan inroepen indien nodig. Hij zegt dit vriendelijk doch zonder me aan te kijken. Ik zeg dat ik mijn maat niet vind in de stapel. Hij verdwijnt even achteraan in de winkel en komt terug met de juiste maat. Alle maten zijn in stock, zo informeert hij me.

Ik ga de broek passen en kom terug. Hij vraagt - nog steeds zonder me aan te kijken - of de broek past. Ik zeg dat de maat wel goed is, maar dat de taille te hoog is. Ik leg ook het onderliggend technisch probleem uit. Dan zegt ie: ja, je kan inderdaad best een lagere taille kiezen. En bijkomend voordeel, zegt ie, is dat de dames dat graag zien. Hij heeft me nog steeds niet in de ogen gekeken. Ik zeg dat ik geen verstand heb van dames, maar dat mijn vriend het wel mooi zal vinden. Plots kijkt hij mij recht in de ogen en hij lacht. Echt? je vriend? Dat had ie niet gedacht. Hij vraagt plots meer info over de insulinepomp en de sensor. Hoe ik daar mee moest leven en of ik dat erg vond. Ik toon hem ook de insulinepomp en de plaats waar de catheder zit en hij begrijpt het probleem nu nog beter.

Hij zoekt in een ander merk dezelfde maat en kleur en stelt nog een lichtblauwe variant voor. De rest van het gesprek gebeurt wel eye-to-eye. Het model dat ie voorstelt is inderdaad veel beter en het past perfect.

Ik ga daar nog shoppen :-)

zaterdag 25 februari 2012

Het mooiste plekje van België

Ik weet het liggen! Het is subjectief natuurlijk, maar ik vind dit al 10 jaar het mooiste plekje van België. Ik leerde het kennen toen ik nog software verkocht voor fitnessclubs. John Harris Fitness had 2 clubs: ééntje in het Radison SAS hotel in Brussel centrum, en ééntje in Chateau du lac in Genval.


Voor het onderhoud van de software gebeurde het dat ik eerst naar Brussel en dan naar Genval reed. Toen is me opgevallen hoe prachtig deze plek is. En dat op een paar kilometer van Brussel. Je komt precies terecht in een paradijs.



En nu gaan we hier op bezoek. Ik heb een kamer geboekt voor mij en mijn ventje binnen enkele weken. Dat was dus de
verrassing voor de jarige. En neen, het werd dus niet aan huis geleverd. De levertijd van drie dagen was een afleidingsmanoeuvre want hij leest hier mee. Het grappige was dat er echt enkele dingen werden geleverd deze week dus dat was een welgekomen extraatje. En ook mijn verjaardagsfeestje gaat niet door dat weekend. Ik heb het verzonnen om de agenda vrij te houden.

Maar het feestje komt nog hoor, wees gerust. Alleen niet dat weekend, want dan zitten we in Genval rond het meer een geocache te doen, te relaxen in het bubbelbad op de kamer (jaja !) of te dineren in het restaurant met zicht op het meer. Nu nog hopen dat het weer meewerkt :-)

vrijdag 24 februari 2012

IO Vivat

Een drinklied uit mijn jonge jaren. Het lied werd als opener én als afsluiter van een cantus gezongen. Ik was als student lid van een aantal studentenclubs. Een normale student was bij één club, maar ik had er meerdere. Wellicht omdat de club van mijn school niet zo actief was in het studentenleven voor mensen die op een studentkamer woonden. Ik zat in een Atwerpse stadsschool en de meeste leerlingen kwamen van Antwerpen of omgeving. Weinig kotstudenten dus. Op kot kwam je toch vooral mensen uit andere povincies tegen, wat niet abnormaal is natuurlijk.

Dus ik vond het nodig om bij een andere club ook mee te doen om wat plezier te maken tijdens de week. Louter toevallig kwam ik terecht bij de Rodenbach. Dat was een studentenclub die als bindmiddel het biermerk had gekozen. Dat was eerder uniek, want meestal had je een club van de school of een welbepaalde richting. Of er waren regionale clubs die studenten verenigden van één provincie.

Maar niet zo bij de Rodenbach. Het principe was dat iedereen die het bier lekker vond (en er natuurlijk genoeg van kon drinken) welkom was. Helaas wou dat wel zeggen dat het in de praktijk enkel Westvlamingen waren. De brouwerij was gevestigd in Roeselare en wellicht daarom was het bier vooral in die kant van het land bekend. Maar het woord helaas was hier niet op zijn plaats. Ik kon goed overweg met Westvlamingen. Ze waren bekend om hun wilde feestjes. Alleen ja, de taal hè... dat was een beetje een probleem.

Ik was in de club meteen aanvaard. Ik was immers geen Antwerpenaar, maar een Kempenaar. Dat was voor hen een groot verschil. Ik kwam ook van den boerenbuiten. Met het dialect had ik het wat moeilijk, maar als de mannen met mij aan de toog hingen, wijzigde hun tongval lichtjes in iets dat voor hen Algemeen Nederlands was. Voor mij bleef het plat Westvlaams maar ik begreep het. Een aantal potten Rodenbach zorgden er trouwens voor dat het minder belangrijk werd wat je precies hoorde of zei, want alles werd grappiger.

De club was vooral gekend om hun cantussen. Dat waren de leukste van de stad. Maar op die cantus deed de preases (de voorzitter) en de cantor (de voorzanger) niet die moeite om hun taal lichtjes aan te passen. Ik was immers de enige niet Westvlaming in de club van 20 leden. Dus ik begreep van de cantus geen snars. Er kwamen wel wat regeltjes en vaste afspraken aan te pas. Iemand die zich schuldig maakte aan een foutje moest een ad fundum drinken. Dat gebeurde dus vaak in mijn geval. De enige woorden die ik ooit heb begrepen van de preases zijn dan ook: "Jan, ad fundum!". Dan wist ik dat ik iets verkeerd had gedaan, maar ik heb nooit geweten wat :-)

Eén keer per jaar reden we met een bus naar Roeselare waar we een cantus kregen aangeboden in de brouwerij. Er was ook eerst een rondleiding maar dat was een formaliteit. De dame die ons begeleidde wist dat, en zei telkens dat we dat allemaal nog kenden van vorig jaar. De toer was dan ook op een kwartiertje wel rond en dan konden we aan de Rodenbach Grand Cru beginnen. En liedjes zingen hè, want daar was het om te doen.

Ik heb in die club enorm veel plezier gemaakt en ik denk er nog af en toe aan terug. Het zijn niet de mensen die je kent voor het leven, maar dat hoeft helemaal niet. En 't is niet omdat ik nu enkel nog cola drink dat de herinnering daarom anders is. Het was gewoon dikke fun, elke keer.

donderdag 23 februari 2012

Sporten is niet gezond

Dat kan je je wel voorstellen. Als ik zoiets hoor op de radio, gaat de volumeknop onmiddellijk omhoog. Ik beweer het niet, het was een professor die een boek schreef over hersenactiviteit. Vanmorgen op Radio 1.

Zijn boek gaat vooral over het voorgeprogrammeerd zijn van de hersenen. De invloed die we op onze hersenen hebben in het latere leven zou veel lager zijn dan wat men een halve eeuw geleden dacht. Je wordt dus geboren met een stel hersenen waar je capaciteiten, je tekorten en zelfs je afwijkingen al vast in geprogrammeerd zitten. Voor zover je het een afwijking kan noemen hoorde homoseksualiteit daar ook bij. Ook pedofilie en genderdysforie (je lichamelijke geslacht komt niet overeen met wat je voelt) horen erbij.

Maar terug naar sport. Hij zegt dus niet dat sport ongezond is. Alleen weten we niet of sport wel gezond is. En wel omdat alle onderzoeken die men doet om dit aan te tonen statistisch fout zijn. Men zal steeds twee groepen mensen vergelijken: een groep die aan sport doet en een groep die niet aan sport doet. Je kan aantonen dat de groep die aan sport doet gezonder is, minder kost aan de gezondheidszorg en langer leeft. Maar vanuit de statistiek klopt dat niet. Je begaat een statistische fout door de indeling te maken tussen de twee groepen. Iemand die niet gezond is, zich niet zo lekker voelt of misschien zelfs al erg ziek is zonder het te weten, zal immers niet aan sport doen. Om het onderzoek juist te doen zou je willekeurig kinderen bij de geboorte moeten aanduiden die moeten sporten en kinderen die niet mogen sporten.

Een ander leuk voorbeeld ging over dementie. Algemeen wordt aanvaard dat dementie kan vertraagd worden door de hersenactiviteit te stimuleren. Dus als je dement wordt, kan je best veel geheugenspelletjes en woordpuzzels oplossen om je brein actief te houden. Ook dat berust volgens de professor op een statistische fout. Dezelfde onderzoeken werden vaak herhaald. Neem een aantal mensen die dementerend zijn en bekijk hoe actief ze bezig zijn met hun hersenen. Je zal een direct verband vinden tussen de mensen die actief zijn en het trager evolueren van hun dementie.

En daar wordt juist dezelfde fout gemaakt. Hij haalde een Amerikaans onderzoek aan dat men had uitgevoerd bij nonnen. Hun levensweg is vaak goed gedocumenteerd. Bij de nonnen die dementerend waren vond men exact dezelfde link. Diegenen die minder actief bezig waren met hun brein hadden een slechtere prognose in hun ziekte. Maar dan heeft men de brieven vergeleken die ze als meisjes van 12 jaar naar hun ouders schreven. Daaruit bleek dat de dames die nu actief bezig waren met hun hersenen toen als meisjes meer complexe woorden en zinsconstructies gebruikten. Met andere woorden: ze hadden al een goed brein toen ze 12 jaar oud waren. Daarom zijn ze ook beter bestand tegen dementie.

Wat er waar is en niet waar is, laat ik natuurlijk in het midden. Maar ik vind het heel aangenaam om te luisteren naar mensen die een kritische en verfrissende kijk hebben op het leven. Deze prof was daar een mooi voorbeeld van.

woensdag 22 februari 2012

Cold feet

Het is opgelost. Geen koude voeten meer! Toch niet als ik aan het werk ben. Het geheim zit onder de mat. Een kleine mat die je in het stopcontact plugt en ze warmt zachtjes de grote mat en de plaats rondom op. Veel beter dan wollen sokken of pantoffels want dat hielp al niet zo veel meer. Dat is altijd ofwel te warm ofwel te koud.

Jammer dat bibi er aan denkt als de winter voorbij is.


Nu nog hetzelfde concept om in je schoenen te steken. Dan kan ik gaan geocachen zonder koude voeten. Oeps, dat bestaat ook al.

dinsdag 21 februari 2012

Hallo, buurman

Dat zinnetje heb ik nog niet gebruikt sinds we verhuisd zijn. De kans zou trouwens groot zijn dat ze me beter begrijpen als ik "bonjour, voisin" zeg.

We zijn op slechte voet begonnen met de buren. Appartement 9FG maakte lawaai. De eerste werkdag was er al vlak op. 4 klachten van buren op één dag. Dat kan al tellen als kennismaking. De twee voordeuren werden vervangen door gepantserde deuren. Uiteraard ging dat gepaard met een hels lawaai. Een oudere dame kwam één van de werkmannen vragen of hij al dat slijpen en boren niet binnen kon doen. Wellicht was ie wel wat gewend en hij antwoordde: als mijn deur af is, hé madammeke. Ze scheen de grap niet te snappen en zei: aah, dan is het goed.

We hebben ook zelf wel wat werken gedaan. Het lichtere werk dan, want ik had rugproblemen. Mijn ventje was in de gang de vloer aan het afkappen om de resten van de oude vloerbekleding te verwijderen. Een dame kwam klagen, ze was in alle staten. Dat ze mensen op bezoek kreeg en dat ze al heel de week werk had gehad en nu een hoge bloeddruk en dat ons lawaai het alleen nog erger maakte. Maar toen het klagen afgerond was vroeg ze wel of we de overschot van de hapjes wilden delen als kennismaking.

Ja, bij de 9FG, daar konden ze er wat van. Lawaai maken dan toch. Met als gevolg dat elke boormachine en hamerslag die in de blok werd gehoord op ons bord kwam. De conciërge heeft me verschillende klachten doorgegeven op dagen dat we niet gewerkt hadden. Als er lawaai was, zal het de 9FG wel weer zijn, zeker? Dat is trouwens één probleem op zich al. Dat het 9FG is. De verdieping is 9, en de blok is F en G. Het zijn dus twee appartementen, de homootjes hadden immers plaats nodig. Maar dus ook twee traphallen en twee liftkokers die deelden in de overlast.

Maar dat het een dubbel appartment is, heeft blijkbaar aanzien. Dat is een ongewenst neveneffect voor mij, maar het is blijkbaar zo. Op de algemene vergadering waren alle bewoners uitgedost in hun zondagse kleren. Ik had mijn dr House t-shirt aan maar moet blijkbaar toch indruk gemaakt hebben op de voorzitster van de beheerraad. Ze vroeg of ik niet wou meedoen met die raad, want ja, een zelfstandige die in het gebouw werkt, dat vond ze wel belangrijk. Ze wist dat ik iets deed met computers en zei: u heeft toch een voornaam beroep, meneer? Ik moest er heel erg om lachen maar dat heeft ze niet gemerkt. Op het aanbod ben ik maar niet ingegaan.

Maar nu is de rust weergekeerd. In die richting dan toch, want nu merken we zelf vaak burenlawaai. Eén koppel dat onder ons woont maakt vaak ruzie en in de badkamer kan je letterlijk de woordenwisseling volgen. Hoe kwaad de man ook wordt (en hij wordt soms heel kwaad!), hij blijft zijn vriendin altijd schat noemen. De betekenis van dat woord moet inmiddels redelijk uitgehold zijn voor de jongedame.

Tja, het blijft natuurlijk een gebouw van 1964. Logisch dat het qua geluidsisolatie minder geavanceerd is dan wat we gewoon waren. Maar we wonen er graag hoor, en hallo buurman zei ik vroeger ook nooit tegen de buren :-)

maandag 20 februari 2012

Betrouwbaar

Je wilt het beste voor de andere mensen. Ze moeten op je kunnen rekenen. Jij moet die vaste, betrouwbare waarde zijn die jij denkt te moeten zijn. Andere mensen moeten op je kunnen rekenen, anders ben je onbetrouwbaar. Je denkt je hele leven dat dat het principe is.

Dan ga je op pensioen. Mensen denken dat je nu meer tijd hebt en gaan ervan uit dat het principe nu nog geldt. Het geldt nu zelfs nog meer, want je hebt nu tijd genoeg. Iemand belt aan en stelt je een vraag. Je zou de persoon snel kunnen helpen, je zou naar je atelier kunnen lopen en in no time zou je het probleem van deze medemens kunnen oplossen. Het is immers een kleine moeite en je bent betrouwbaar.

Maar deze keer kies je om het niet te doen. Je zegt dat het zaterdagochtend is, en dat het eigenlijk niet past om mensen op dit uur te storen. Bovendien zijn binnen één uur de winkels open, en het onderdeel dat nodig is, wordt verkocht in winkels die daar hun specialiteit van maakten. En als er iets mis is, kan je weer in de speciaalzaak terecht om het te laten checken. Zij hebben best wel dezelfde trots en werkethiek om hun producten betrouwbaar aan de man te brengen, inclusief nazorg.

En dan gebeurt er iets heel gek. De persoon die aanbelt zie je minder vaak. Maar als je hem ziet, is dat plots enkel omdat er geen andere oplossing was. In grote nood komt hij toch bij jou terecht en deze keer is hij je heel dankbaar. Hij waardeert je behulpzaamheid enorm en hij vindt je betrouwbaar. Hij zegt het deze keer zelfs met zoveel woorden. Maar voor kleine, idiote details probeert hij nu zelf een oplossing te vinden.

Je hebt me dit verhaal verteld en ik herkende het meteen. Ik ben nog niet met pensioen, en ik heb die eerste vorm van betrouwbaarheid lang geleden opgegeven. De tweede vorm is de echte vorm. Betrouwbaarheid steunt op waardering voor wat je doet. Als er een vanzelfsprekendheid bestaat, als alles zomaar moet kunnen zonder dat je ooit één keer neen hebt gezegd, ben je niet betrouwbaar maar veel te goed. En veel te goed is half gek.

Maar weet je wat het rare is? De tweede vorm van betrouwbaar zijn, wordt wel gewaardeerd. De eerste voelt men niet aan, want hij is te vanzelfsprekend. Als je soms neen zegt, is de ja die er op volgt echt waardevol. Want nu men weet dat je niet veel te goed en half gek bent, wordt je hulp echt gewaardeerd. Nu ben je echt betrouwbaar.

zondag 19 februari 2012

Verrassing !

Ja, man... Het is weer de tijd van 't jaar. Cadeaustress! Mijn ventje verjaart en ik moet iets origineel kiezen. Het hoeft niet duur te zijn, als het maar uit het hart komt. Je kent dat wel hè... archie moeilijk dus. En je mag er vooral zelf niks aan hebben. Dus iets technisch kan niet. Ik kan niet afkomen met een nieuwe flatscreen TV en zeggen: tadaa ! verrassing ! ... terwijl ik daar meer aan heb dan hij. En dat is ook buiten budget en niet uit het hart vrees ik.

En het is ook moeilijk omdat ie eigenlijk al alles heeft. Zo denk ik dat dan. Ja, ik ken nog wel wat dingen die hij nodig heeft. Maar een cadeaubon voor nieuwe ramen met dubbel glas, da's er wat over zeker? Ah nee, juist... hij houdt niet van bonnen. Dzju, weer niks. Nu wist ik eens iets ;-)

Kleding is ook best lastig, want we gaan nooit samen shoppen. Ik heb dus geen idee welke maat ik zou moeten kiezen. Ja, ik kan gokken maar dan is dat een serieuze afgang als het niet klopt. Ik kan trouwens voor mezelf al niet inschatten welke maat ik moet kiezen. De Geoxshop is een optie, maar gevaarlijk. Ik ken wel de schoenmaat, maar schoenen opdringen aan een homo, dat is gewoon not done.

Maar ik heb het al gevonden hoor, anders zou ik er niet over schrijven hè. Het is iets origineel, niet te duur en niet te goedkoop. Iets dat hij graag heeft. Of ie het echt nodig heeft? Hmmm... dat weet ik niet. Maar dat is niet zo belangrijk. Het komt uit het hart. Yes! Da's al gelukt. En ik heb er ook wel iets aan, maar net niet in die mate dat hij kan zeggen: gij hebt het voor uzelf gekocht! Damn, I'm good at it. Nu nog afwachten wat ie er van vindt, want het is zo onvoorspelbaar. En het moet natuurlijk op tijd geleverd worden. 3 werkdagen is krap hé, voor zaterdag. En ik wil geen tegoedbon geven! Geen bonnen hier in huis.

Spannend hè :-)

zaterdag 18 februari 2012

Bongo=op

Op 1 augustus 2009 hadden we iets te vieren. Mijn ventje was 40 geworden en we waren 10 jaar samen. We gaven een tuinfeest en iedereen was welkom. We hadden zelfs een springkasteel gehuurd om de kleintjes te entertainen. En deze welkom was er ook bij.

En wat heeft dat nu met vandaag te maken? Awel... we hebben die dag van zeven mensen/koppels/gezelschappen een Bongo bon gekregen. Je weet hoe een grote fan ik ben van bonnen. Eén bon gaf recht op een kasteelweekend, 5 bonnen hebben we in een restaurant verbruikt en de laatste wordt op dit moment geconsumeerd in Bouillon. Een weekendje met één overnachting en een ontbijt. En nu gebeurt wat er elke keer met de andere bonnen gebeurde. Op voorhand heb ik het gevoel dat het moet. En op het moment zelf valt alles weer zo mee dat je denkt: we moesten dat vaker doen.

Deze bon was al vervallen, maar hadden we verlengd. Hij werd verlengd tot eind februari 2012. Dus net op tijd om er nu van te genieten.

Groeten uit Bouillon :-)

vrijdag 17 februari 2012

17 feb 2010

Vandaag juist 2 jaar geleden. Mijn ventje had mij gemaild dat we nog pesto nodig hadden voor het avondeten. Ik had een kantoor in Hoboken en ging na de middag langs de Carrefour om die boodschap te doen. Al heel de dag ging het slecht met me. Ik voelde me heel slecht, het leek alsof ik nergens kracht had. Ik had vaak het gevoel dat ik ging flauwvallen.

In de Carrefour liep het mis. Ik probeerde de etiketten te lezen van de pesto die we normaal kopen maar dat lukte niet meer. Alles was wazig en ik kon mij niet meer concentreren. Hoe meer moeite ik deed, hoe meer ik voelde dat ik het bewustzijn verloor. Ik heb hulp gekregen van een juffrouw aan de vleestoog. Ik ging op een bank zitten en ze bracht een flesje cola met suiker. Dat was haar eerste reflex en ze deed dat natuurlijk om goed te doen. Maar het werd alleen slechter en ik moest gaan liggen op de bank. De juffrouw belde de 100 en bijna onmiddelijk stonden er twee verplegers naast me. Eén van hen prikte mijn bloedsuiker en die bleek torenhoog.

De verpleger was heel vriendelijk in de ambulance. Hij stelde me allerlei vragen. Wat ik deed als job, of ik vrouw en kinderen had. Het was echt nen toffe. Af en toe vroeg ie of ik me nog OK voelde. Eén keer antwoordde ik nauwelijks en hij deed teken naar de bestuurder. De snelheid van de ambulance ging de hoogte in. Ik hoorde ook plots sirenes en zei nog dat dat toch niet nodig was. Ik was wel OK vond ik.

Later op de avond zag ik hem terug op de spoedafdeling. Hij sprak me aan en vroeg hoe het nu was. Hij vertelde ook waarom hij zoveel had gepraat. Dat was om me wakker te houden, want hij dacht dat er misschien iets met mijn hart fout was. En ik die dacht dat ie gewoon sociaal wou doen. We hebben er nog mee gelachen.

Maar de diagnose was dus diabetes Type 1. De volgende dag wist ik het pas zeker. De diagnose kwam hard aan en ik werd stil na de lange uitleg van de specialist. Ik was helemaal de kluts kwijt toen ie me zei dat ik mezelf elke dag moest gaan inspuiten voor de rest van mijn leven.

Toch heb ik het snel aanvaard. Wellicht omdat hij heel zeker wist dat ik niks verkeerd had gedaan. Nu lijkt dat vanzelfsprekend, maar toen was mijn eerste zorg dat ik het zelf verpest had door te veel pintjes te drinken of door dat gekke dieet dat ik al 7 jaar volgde. De dokter verzekerde mij dat de pintjes er niks mee te maken hadden en dat het dieet me wellicht geholpen had. Ik at koolhydraatarm en dat had de diagnose misschien wel uitgesteld.

Na 6 dagen mocht ik naar huis. De eerste avond liep het al mis want voor mijn avondeten kreeg ik mijn eerste hypo. De komende anderhalf jaar heb ik veel moeite gehad met de spuitjes en de hypo's. Niet dat ik er veel kreeg, maar ik kon er niet mee overweg. Het akelige angstgevoel herkende ik veel te goed van vroeger en ik heb er nooit mee kunnen omgaan. Ik ben ook anderhalf jaar moe geweest. Van 6 uur slaap per nacht ging ik naar 8 of 9 uur. En na de middag vaak terug in bed.

Alles is veranderd toen ik een half jaar geleden mijn insulinepomp kreeg. De dokter zei dat het niks zou veranderen, maar ik drong erop aan. En het heeft heel veel veranderd. De pomp heeft er toch voor gezorgd dat ik weer fit ben. En dat ik weer op normale tijdstippen kan eten, op restaurant kan gaan, weer normaal kan leven. Twee maanden later kocht ik mijn eerste glucosesensor. Die heeft ervoor gezorgd dat mijn angst voor hypo's helemaal weg is. Want de hypo's blijven uit.

Ik heb besloten om mijn diabetesverjaardag te vieren. In het vervolg is 17 februari de dag dat ik eraan denk hoe goed ik het nu heb. Dat die eerste periode achter me ligt en dat ik weer "normaal" ben. Ik zal altijd rekening moeten houden met deze aandoening. Ik ben er ook veel mee bezig, maar alles is nu heel goed onder controle.

En ik vier de verjaardag omdat ik vele nieuwe mensen leerde kennen. Het zijn nieuwe vrienden die ik voor geen geld ter wereld meer zou kunnen missen. Dat verdient een feestje. Zonder taart dan wel :-)

Oh ja, in die Carrefour ben ik nooit meer geweest. Te veel nare herinneringen.

donderdag 16 februari 2012

Meneer ?

Hij zei meneer tegen me. Dat deden er meer, trouwens.

De aanspreektitel voor de leraar in de middelbare school was "meneer". In de lagere school zeiden we "meester", maar vanaf ons 12de jaar moest dat anders. Ik weet niet of het feit dat ik in het Klein Seminarie zat daar iets mee te maken had. Moest het daar wat deftiger dan op andere plaatsen?

De laatste jaren van mijn schoolcarrière zag ik er anders uit dan mijn medeleerlingen. Ik had beslist om mijn baard en snor te laten groeien. En dat lukte verbazend goed voor een jongeman. Dus geen klein sikje of zo'n snorretje waar een puber veel moeite voor doet om er een jaar ouder uit te zien, maar dat dan niet zo goed lukt omdat er weinig dekking is.

Als ik me niet vergis was dat zo vanaf mijn 4de jaar. Ik had veel last gehad van acné en had daarom beslist om me niet meer te scheren. Dat gaf alleen meer irritatie. En dat heeft geholpen, want het probleem was snel van de baan. Toch was daar een probleem mee. Ik weet niet hoe het geformuleerd stond in het schoolreglement, maar het mocht dus niet. Ooit werd ik bij de prefect op het matje geroepen. Hij vroeg me vriendelijk om opnieuw een scheermes te hanteren. Toen ik zei wat mijn reden was om het niet te doen, werd ik gepardonneerd. Dat is niet moeilijk, want hij had zelf baard en snor. Zijn bijnaam verraadde trouwens dat ie dat om net dezelfde reden deed als ikzelf.

Maar dit ben ik dus in het laatste jaar. Foto's van vroegere jaren vind ik niet terug, maar het zal er erg op lijken. Jongere leerlingen op de speelplaats spraken me geregeld aan. In het midden van de speelplaats stond een klein laag gebouw met een plat dak waar je voetbal makkelijk op landde tijdens de middagpauze.
"Meneer, mag ik mijn bal van het dak halen". Ik heb nooit gezegd dat ik geen meneer was. Alleen "natuurlijk, jongen".

woensdag 15 februari 2012

Allemaal bloggen

Wat zou ik dat graag hebben. Dat we allemaal zouden bloggen. Iedereen die ik ken. Awel, waar blijf je? Je leest dit nu toch ook? Waarom doe jij dat niet (of doe je het wel)? Ik zou het graag lezen. Ik zou graag weten wat er in je omgaat. Of niet hè, want als jij blogt, doe jij dat op jou manier.

Je schrijft wat jij wilt, en je houdt dingen voor jezelf als je dat wilt. En het moet niet elke dag, gewoon soms eens af en toe is ook al goed. En je moet geen lange epistels schrijven, alleen zeggen wat er die dag gebeurd is, dat is al genoeg. Zo weet ik hoe het gaat met jou. Dat mag plezant zijn, het mag dom zijn, saai of eentonig. Het maakt niet uit want je kiest het zelf. En ik ben gewoon benieuwd naar wat je te zeggen hebt.

En niemand moet het eens zijn met jou. Het is jouw blog en jij schrijft wat jij wil. Dat is er zo leuk aan, het is geen discussieforum. Je zit ook niet op Facebook dus je hoeft je niet af te vragen of mensen interesse hebben in wat je gaat typen. Je stoort niemand, want wie het niet wil lezen ziet het niet. Je vrienden zien het niet in hun Facebook overzicht verschijnen. Niemand hoeft op "vind ik leuk" te klikken.

Ik weet dat ik het graag doe. Alleen weet ik vaak niet wat zeggen, maar ik heb me dan ook voorgenomen om elke dag iets te zeggen. Misschien is dat daarom soms wat moeilijk. Maar ik ken mezelf ondertussen te goed om te weten dat ik het niet zou volhouden als ik af en toe iets schrijf. Het zou verwateren en misschien helemaal stoppen. En dat wil ik niet. Nog niet. Ik heb er veel te veel van geleerd over mezelf om nu te stoppen.

Deze week schreef ik mijn 200ste pagina. Ik had bij de 100ste al het plan om de blog te laten afdrukken. Je kan dat doen op een aantal mooie websites. Het wordt een echt boek dan. Eén exemplaar maar hé, enkel voor mezelf. Ik denk dat het een heerlijk gevoel moet zijn om dat in handen te hebben. Het is het verhaal van mijn leven. Toch van de afgelopen 200 dagen dan. En deze keer ga ik me er aan houden. Oei oei, een voornemen. Dat is gevaarlijk :-)

dinsdag 14 februari 2012

Hij is kwaad

Mijn auto is kwaad op mij. Hij wil niet meer starten. Het is nochtans nen hele vriendelijke, want al een hele tijd laat ie een steeksleutel zien om mij eraan te herinneren dat er een onderhoud nodig is. En die piept niet of doet niks irritant, hij laat die gewoon eventjes zien als ik hem start en dan verdwijnt ie weer.

Maar vandaag had ie er genoeg van. Ik start de auto, de steeksleutel licht eventjes op en hij verdwijnt weer als de motor draait. Ik rijd uit de ondergrondse garage en wil de poort openen. Omdat de poort opent met mijn huissleutel, moet ik de wagen even stilleggen, want die hangt mee aan één sleutelbos. Daar moet ik eens zo'n kastje voor vragen zodat de poort opent van op afstand. Maar ja, je denkt daar elke keer aan als je voor de poort staat. En daarna, als je stappen moet ondernemen om er iets aan te doen, dan ben je het vergeten. Het lijkt op Bongobonnen of Delhaize smurfen.

En de steeksleutel is juist hetzelfde probleem. Elke keer als ik hem zie denk ik: ik moet dringend naar de garage bellen. Alleen, als mijn wagen weer in de ondergrondse parking staat, is het verdwenen uit mijn RAM geheugen. Ik bel dus nooit.

En nu vandaag had ie er genoeg van. Ik wil de poort openen met de huissleutel, dus leg even de motor stil. De poort opent en ik start hem opnieuw. Dat doet ie gewillig. De motor draait zacht. Ik druk het gaspedaal in en er gebeurt absoluut niks. Ik geef plankgas en hij doet niks. De motor draait vrij, maar gas geven wil hij niet. Ik kan dus enkel nog achteruit rijden en zonder gas te geven voorzichtig weer in mijn garage rijden met de motor die stationair draait. Ralenti heet dat in 't Vlaams. Dat is trouwens een uitdaging, zo rijden met je auto. Het vraagt heel wat zelfcontrole voor iemand die zijn gaspedaal goed gewoon is.

Maar hij heeft gelijk. Het is de enige manier om mij zo ver te krijgen dat ik naar de garage bel. Ik heb een afspraak volgende week woensdag. Het oliepeil is gezakt onder de aanvaardbare grens. Het aantal kilometers voor het volgende onderhoud is nog niet bereikt, maar een termijn van twee jaar is verstreken sinds de vorige opfrissing. Daar was ie niet langer mee akkoord en dat heb ik geweten. Ondertussen is ie niet meer kwaad, want hij rijdt wel weer. Maar onze uitstap naar Bouillon dit weekend zal met de wagen van het ventje gebeuren.

maandag 13 februari 2012

Een appeltje...

voor de dorst. Dat zal ik hebben als ik met pensioen ga. En bij mij is dat als ik het geluk zal hebben om 65 jaar te worden. Ik vroeg het me af deze week, wat zou ik nu eigenlijk hebben als pensioen? Ik heb er geen idee van. Ik ben zelfstandig zaakvoerder zoals dat zo mooi heet. Dat is een gewone zelfstandige, maar dan als zaakvoerder van een éénmansbedrijf. Dat maakt geen verschil met een gewone zelfstandige voor zover ik het begrepen heb.

Mijn pensioen zal bestaan uit twee delen. De eerste pijler geeft me een klein wettelijk pensioen. Als zelfstandige moet je daar niet veel van verwachten. De 2de pijler is iets gek in mijn geval. Omdat ik dus werkgever ben van mezelf heb ik een groepsverzekering voor mij alleen. Die zorgt voor een aanvulling op het pensioen zodat ik ook choco zal kunnen kopen en niet enkel boterhammen.

Alleen, het gekke is dat ik dus het hele bedrag ga krijgen als ik 65 ben. Dus niet vanaf dan elke maand een stukje, maar alles in één keer. Dat is niet goed voor mij. Ik ben bang dat ik op mijn 65 een Porsche ga kopen.

Neen, zo'n vaart zal het wel niet lopen. Maar je voelt het probleem wellicht. Als ik 65 word, hoe moet ik dan mijn verdere jaren plannen? Bereken ik dan hoeveel jaren er nog bij kunnen en ga ik dan dat bedrag uitsmeren over die jaren? Hoe plan je zoiets? Want ik kan niet weten hoe oud ik zal worden. Misschien word ik wel 100 jaar, en dan is mijn spaarpot leeg. Of misschien maar 66 en dan is er een mooie erfenis voor mijn twee katten.

Het is plots heel actueel geworden. Plots wil iedereen zeggen hoe moeilijk hun job is en hoe ze toch een uitzondering willen op de nieuwe regeling. Ik heb begrip voor zware beroepen hoor, en geloof best dat sommige mensen het verdienen om vroeger te kunnen uitstappen. Maar als we allemaal zo denken, kunnen we dat nooit financieren. En voor mij is het toch nooit een punt geweest, want ik wist toen ik hiermee begon dat het zou stoppen op 65. Ten vroegste! Want ik heb het altijd gezien als een beetje amusement waar ik een loon voor krijg. Dat is wel wat minder de laatste tijd, maar het blijft mijn streefdoel. Ik kijk er dan ook niet naar uit. Het langverwachte moment om nu eindelijk te stoppen met werken en leuke dingen te gaan doen. Mijn plan is om leuke dingen te doen tijdens de kantooruren. Als dat de vorige jaren lukte, moet ik dat opnieuw kunnen.

zondag 12 februari 2012

Trappist

Dat heb ik al lang niet meer gedronken. Alleen nog Cola Zero, remember? Het staat in ons stappenplan he. Maar ik heb het wel gegeten, nog niet zo lang geleden.

Het is een dilemma als je de keuze hebt gemaakt om alcoholvrij te leven. Maar ik heb het redelijk simpel opgelost. Ik heb het over gerechten die bereid zijn met alcohol. Mensen hebben daar vreemde ideeën over. Als je stoofvlees met trappist zou eten zou het hele plan ineens in duigen vallen. Alle moeite zou voor niks zijn en ik zou terug van nul moeten beginnen. In het slechtste geval zou ik ineens naar de GB rijden en een bak trappist kopen om die dan leeg te drinken.

Maar zo werkt dat natuurlijk helemaal niet. Ik spreek nu voor mezelf hé, de meningen zijn erg verdeeld. Sommigen hebben toch de neiging om te zeggen dat er geen enkel spoor van alcohol mag aanwezig zijn in een maaltijd. Omdat ze dan weer de smaak te pakken zouden krijgen. Bij mij is het niet zo. Ik ben er ook op getraind. Een psycholoog heeft me begeleid om normaal om te kunnen gaan met de geur en als het moet met de smaak van alcohol in een gerecht. En dat is heel goed gelukt.

Cognitieve gedragstherapie heette dat. Naar een fles wijn kijken en ze niet willen opdrinken. Dat is niet moeilijk, je moet maar denken dat er ontstopper in zit. Deel van de begeleiding bestond er in om labels te lezen van flessen wijn en sterkere dranken om te kijken wat er in zit. En na een tijdje kan je daar zoals een normale mens mee omgaan.

Een tijdje heb ik medicatie genomen om me te helpen. Die zorgde ervoor dat ik op enkele dagen een allergie ontwikkelde voor alcohol. Dan was het wel absoluut noodzakelijk om geen sporen van alcohol binnen te krijgen. Ik zou er heel erg ziek van worden, maar dat was natuurlijk de bedoeling van het medicijn.

Maar toen iemand me een tijdje geleden vroeg of ze trappist mocht gebruiken in de bereiding van stoofvlees had ik daar geen bezwaar tegen. Het kan dus absoluut geen kwaad, ik ga niet plots gekke dingen beginnen doen. Ook al zal de bereiding niet alle alcohol oplossen, zelfs al staat het enkele uren op een laag vuurtje. Het kan dus geen kwaad. Hou je dus vooral niet in om iets lekkers klaar te maken en me uit te nodigen. Ik wacht vol ongeduld ;-)

zaterdag 11 februari 2012

Available

Stel dat ik nu pas op de markt kwam. Stel dat ik nu op mijn 41 jaar pas had besloten om de wereld in te lichten dat vrouwen me niet boeien op die manier. Het zou lastiger zijn dan vroeger. Ik was al laat toen ik het vertelde. Zelf wist ik het al bijna een heel leven, maar ik was 28 toen de vrienden en familie werden ingelicht.

Nu zou het nog moeilijker zijn. Het is nu anders want ik ben niet dezelfde persoon als toen. Ik heb andere interesses en een andere besteding van mijn vrije tijd. Om nu een partner te vinden om een vaste relatie mee op te bouwen, dat zou lastiger zijn dan toen.

Ik leerde onlangs iemand kennen die in deze situatie zit. Hij heeft het nieuws nog niet zo lang geleden bekend gemaakt. Hij leeft ook niet in de stad, maar bij mijn geboortedorp in de Noorderkempen. Dat is op zich al lastig, want zelfs als je jong bent ligt het niet voor de hand om daar andere mannen te ontmoeten die dezelfde voorkeur hebben. In de stad is dat veel simpeler.

Misschien is het daarom dat hij onze hulp vraagt. Met onze hulp bedoel ik die van mij en mijn ventje. Hij kwam hem trouwens per toeval tegen, en het toeval besliste dat hij mijn naam kende uit zijn jeugdjaren. Dat was toeval ja. Dat bestaat :-)

In elk geval, we gaan uiteraard helpen waar we kunnen. Het is niet zo dat wij een enorm nauwe band hebben met de gay community, als zoiets al bestaat. Maar we hebben natuurlijk wel heel wat vrienden die ook graag mannen zien. Dat is een eerste stap en daarna zien we wel weer. Hopelijk kunnen we deze jongeman (zo noemen we dat nog net, iemand van onze leeftijd) een duwtje in de goeie richting geven. Ik ben benieuwd.

vrijdag 10 februari 2012

Ik heb geld genoeg

Ik probeer maar een titel te verzinnen die je gaat aanklikken. En dat is gelukt precies :-)

Ik bedoel dat heel letterlijk. Ik heb geld genoeg. Niet te veel en niet te weinig.

Lang geleden had ik geld te weinig. Veel te weinig zelfs. Zo weinig dat er op het einde van mijn loon nog maand over was. Ik voelde me daar heel slecht door. Niet in de eerste plaats voor die financiële reden, maar wel omdat ik naar andere mensen keek die daar geen last van hadden. En dan voelde ik afgunst. Dat is een heel vervelend gevoel. Het krenkt je in je eigenwaarde. Ik heb beslist dat ik het niet meer zou toelaten, dat gevoel. En toen heb ik dat ook opgegeven, ik herinner me het exacte moment zelfs nog. Aan mijn financiële situatie was niks veranderd. Ik hield nog altijd maand over op het einde van mijn loon. Maar aan mijn gevoel wel. Je hoeft dat niet te voelen, het is niet goed voor je. Niet voor jezelf en niet voor diegene op wie je jaloers bent.

Er schijnt een afspraak te bestaan die ik niet zo goed doorheb. Een afspraak over hoe je sommige dingen al dan niet mag zeggen. Dat je soms beter dingen niet zegt omdat andere mensen zich daardoor gekwetst voelen. Alleen is het jammer dat ik ze niet snap.

Zo zou het beter zijn dat je niet praat over je nieuwe wagen. Ik heb er geen hoor, ik droom alleen nog maar. Maar je zou het beter niet doen. Je zou andere mensen er mee kwetsen omdat ze jaloers zouden kunnen zijn op je wagen. Op wat ik wil kopen zouden weinigen jaloers zijn, dus ik ga het probleem niet snel hebben. Maar ik heb het wel meegemaakt in de andere richting. Iemand die ik goed ken heeft een nieuwe wagen, maar vertelt er niks over. Ik zie hem instappen en ik ben verbaasd dat ie zo'n prachtige auto heeft. Ik vraag meteen alle details, zowel qua techniek als qua afwerking. Later spreekt iemand me daar op aan. Dat dat toch wel vreemd is, dat ik eerst vragen moest stellen voor de eigenaar over zijn nieuwe voertuig met openheid ging praten.

En dat is gek, want wagens interesseren mij. En hij weet dat heel goed. Maar hij begint er niet over omdat je dat niet doet. Je zegt niet uit jezelf: kijk nu eens wat een mooie wagen ik heb. En ik had dat liever wel gehad. Dan hadden we meer tijd gehad om er over te praten. Ik had misschien wel een testritje gevraagd.

En ik snap dat dus niet. Ik doe het ook niet. Als ik een nieuwe wagen heb, zal die hier met de nodige foto's verschijnen, daar kan je gerust in zijn. En dat is dus niet om afgunst op te wekken. Dat is omdat ik van wagens hou. Moest je dan denken dat ik een blaaskaak ben die komt stoefen met zijn nieuwe auto, dan vergis je je. Ik heb het gewoon niet door, die ongeschreven regel.

En dat vind ik eigenlijk ook niet zo erg. Ik stel voor dat we de regel afschaffen, want hij slaat nergens op.

donderdag 9 februari 2012

Shoppen

Dat kan ik ondertussen goed. Alleen lukt het niet in februari. Dat is gek hé? Ik ben gaan shoppen omdat ik kleren nodig heb. Maar de winkel heeft de kleren niet die ik wil. Februari is blijkbaar de maand waarin we aan de zomer moeten beginnen denken. De solden zijn voorbij en hup, overal zie ik zomerkleding hangen.

Alleen ja, het is er nog niet echt weer voor hè. Ik ben op zoek naar iets dat lange mouwen heeft en een beetje warmer is dan wat ik nu soms draag. Helaas is het nu allemaal op. Een paar dingen vond ik terug, maar niet in mijn maat. Die maat is nu wat kleiner, dat is ook de reden waarom ik in de kleerkast geen dingen meer vond die goed pasten. Het zit een beetje te ruim nu. Dat is een goed teken natuurlijk, ik ben daar heel blij mee. Maar je moet me nu nog niet skinny gaan noemen hé, mijn BMI is het daar helemaal niet mee eens ;-)

En ja, ook de Geoxshop is dus helemaal mee! De nieuwe zomercollectie is binnen en ze ziet er geweldig uit. Alleen, om nu in februari al zomerschoenen te gaan kopen, dat gaat zelfs voor deze fan een beetje te ver. Het blijft natuurlijk de schoen die ademt hè. En als het nog -10°C is buiten wil ik toch een winterversie van de schoen die ademt. Hij ademt een beetje minder en dat is een goed idee. Ik ga zo geen gekke dingen meer doen, maar ik kom toch tegen de lente weer een keertje langs.

Maar nu heb ik dus weer iets bijgeleerd. Ik zal op tijd aan het juiste seizoen denken, voor het begint. Niet als het bijna gedaan is. Doe eens een keertje normaal, Jan. Zoals andere mensen dat ook doen. Dus als je me de komende maanden in hetzelfde t-shirt met lange mouwen ziet rondlopen is dat niet omdat ik dat nooit was, maar omdat ik er maar één heb dat past. Of het moest ineens gaan zomeren, dan heb ik weer keuze genoeg. Of ik kan dan gaan shoppen. Voor het juiste seizoen.

woensdag 8 februari 2012

Vatenlijn

Ik heb je liggen. Ik hoop het toch. Wie denkt er nu dat ik over 14 februari ga bloggen? Lees de titel dan eens opnieuw. Er staat dus vatenlijn, niet valentijn. Ik trap er zelf ook elke keer weer in. En deze week weer opnieuw.

Ik ben dus mijn CV aan het schrijven. Het zou leuk zijn als ik naast mijn werk dat ik nu doe er andere kleinere projecten kan bijnemen. Dan heb ik andere kennis nodig dan wat ik nu al 16 jaar doe. De programmeertaal die ik nu gebruik wordt niet vaak meer gevraagd. Dus om goed in de markt te liggen, schrijf ik best ook op mijn CV wat mijn andere kennis is.

Eén project waar ik ooit aan werkte was een vatenlijn. Dat is een lopende band die in brouwerijen gebruikt wordt om biervaten te wassen, spoelen en vullen met bier. Om dat allemaal te doen heb je een industriële besturing nodig met een PLC. En los daarvan hoorde er een soort controlekamer bij die het proces visueel in beeld bracht. Dus een computerscherm waar je een interactieve tekening ziet die de gegevens van de lijn toont. Zo kon ik uit de PLC opvragen hoe ver één vat gevuld was en dat kon ik dan visueel tonen op het scherm.

En dat heb ik jaren geleden geprogrammeerd in Visual Basic. Dus niet de taal die ik nu gebruik, maar wel iets waar veel vraag naar is. Ik zal dus op die CV op één of andere manier duidelijk moeten maken dat ik nooit iets voor geliefden heb geprogrammeerd. Het ging over bier :-)

dinsdag 7 februari 2012

Een schot in de roos

Als dat nu eens wat meer zou lukken. Ik heb er intussen 7 lessen op zitten in de schuttersclub. Het is niet de bedoeling dat ik in de roos leer schieten. Dat klinkt misschien gek, maar het is wel zo. De twaalf lessen hebben enkel als doel dat ik veilig met een vuurwapen leer omgaan. Daarna volgt ook een theoretisch en een praktisch examen, en dan zal ik dus moeten bewijzen dat ik dat ook kan.

Het is dus vooral elke keer opnieuw herhalen wat je eigenlijk al weet. Maar het moet vooral een automatisme worden. Elke handeling die je doet moet doordacht zijn maar ook weer niet. Ze moet doordacht zijn omdat je geen gekke dingen zou doen, maar ze moet ook automatisch gebeuren omdat je nu eenmaal niet bij alles wat je doet mag gaan nadenken. Het moet dus vanzelf komen.

Zo zal ik op het examen zeker een keer geconfronteerd worden met een schot dat niet afgaat. Je haalt de trekker over en je hoort enkel een klik maar er gebeurt niks. Wellicht zal de examinator dat simuleren door te zeggen: stel nu dat dit schot niet afgaat, wat doe je dan. Maar ik zal het geluk hebben dat ie dat niet moet vragen. Het wapen waar ik nu mee schiet is er ééntje van de club, en dat is zo slecht dat het ook heel vaak echt gebeurt dat ie geen schot lost als ik de trekker overhaal. Die procedure ken ik dus alvast van buiten, want nu gebeurt dat per laadbeurt van 5 kogels zeker één keer.

Maar in de roos schieten is niet beter dan in les 3. Het is niet nodig, maar ik zou het toch liever goed doen. Alleen is het moeilijk om met een wapen waar iedereen aan prutst telkens een goede kaart te schieten. Het is niet nodig om op het examen de roos te raken. Maar ik zou toch liefst wel op zijn minst mijn kaart raken en niet die van mijn buurman ;-)

maandag 6 februari 2012

Het is te koud

Het zal dus nooit goed zijn. Nu is het weer te koud. Maar nu bedoel ik wel buiten, natuurlijk. En plots komt deze avond in een flits een idee in mijn hoofd. Wanneer ben ik nog buiten geweest? Ik stel vast dat het vier dagen geleden is.

En wat is nu zo gek? Het voelt helemaal niet zo aan. Mijn kantoor is thuis, dus ik hoef niet buiten te komen om te gaan werken. Ik heb enkel een ochtendfile als er in de gang twee katten in de weg lopen op weg naar de badkamer. Dus na de vaste donderdag ben ik thuisgekomen, heb de wagen geparkeerd in de garage en die staat er nu nog.

Vrijdag heb ik op kantoor gewerkt. Het weekend was afwisselend want er was heel wat te doen. Maar niets buitenshuis. Hier en daar toch nog een klein klusje, veel computerwerk dat buiten de werksfeer zit en zondag heb ik een goed voornemen van enkele maanden geleden opgestart. Mijn kantoor/speelruimte werd uitgebreid met de DJ spullen. Na het feestje van vorige week besefte ik opnieuw hoe leuk dat is, die DJ spullen. De muziekspullen had ik al opgesteld, nu staat ook de lichtbrug met sturing tussen de computers. Het is geen zicht, maar ik kan er maar deugd van hebben.

En vandaag dus gewoon weer werkendag. En dan besef ik dat ineens. Vier dagen ben ik niet buiten geweest. En het voelt niet vreemd. Vroeger zou ik gek geworden zijn. Opgesloten in een appartement en nergens heen kunnen. Maar dit is echt anders. Het voelt niet zo omdat er ruimte is. Misschien vooral omdat ik mijn ruimte heb. En we kijken uit over de stad. De witte daken bij de donkerrode zonsondergang. Het lijkt een beetje vakantie.

Het plan is gelukt. Met de ruimte is de vrijheid die ik zocht hier binnengeslopen zonder dat ik het gemerkt heb. We zitten hier heel goed.

zondag 5 februari 2012

Anders

Wat was dat een groot verschil. Ik ken hem al meer dan 10 jaar maar ik zie hem niet erg vaak. Misschien één keer per jaar, vaak zelfs dat niet. Het is ook niet altijd nodig, want zo snel veranderen dingen niet. Als alles goed gaat, heeft ie mij ook helemaal niet nodig. Maar ik kwam op bezoek en we deden de standaardbabbel over hoe het gaat en wat er nodig was.

Meestal zei hij dan ook niet veel. Alleen dat het wel OK was, en dat er niks anders nodig was. Maar een echt gesprek hadden we nooit. Meer dan een ja, een nee of een twijfelende blik kreeg ik niet los. Ook in tussentijd als we mekaar eens aan de lijn kregen, werd er nooit echt gepraat. Een twijfel, een aarzeling... hij weet het niet.

Nu kwam ik weer op bezoek. Maar deze keer was het helemaal anders. Deze keer had hij het zelf gevraagd. Wat is hij veranderd, dat is echt niet normaal. Hij praatte mee over alles. Hij was zelfzeker, twijfelde niet en wist exact wat hij wou. Hij weet ook waar zijn kennis stopt en dan vroeg hij mijn hulp. We praatten over alle details die nodig waren. Maar ook over alle andere zaken die hij tegenkwam in het leven. De transformatie is compleet. Ik herken hem niet meer.

Dit verhaal kwam mij ter ore. De persoon die op bezoek gaat ken ik redelijk goed. Degene die hij bezoekt ken ik nog beter. Dat ben ik.

zaterdag 4 februari 2012

Het is te warm

Binnen dus hè! Terwijl het buiten deze morgen -14°C was, hebben we binnen dus moeite gedaan om het toch warm te krijgen. En dat is goed gelukt. Deze namiddag was het 26°C in de woonkamer.

Toen we ons appartement kochten deed de dochter van the lady of the house een vreemde uitleg. Ze beweerde dat we niet veel stookkosten zouden hebben in het appartement. Als in de winter de zon schijnt, zelfs al vriest het buiten, zou het in de woonkamer lekker warm zijn. Ze zei dat je dan makkelijk in een t-shirt kon rondlopen. Het feit dat de woonkamer uitkijkt op het zuiden en het enkele glas zou daartoe bijdragen.

We dachten dat het een verkoopspraatje was, maar vandaag hebben we haar een beetje gelijk moeten geven. We deden alle moeite om het warm te krijgen, dus alle radiatoren open. We hebben geen thermostaat en (nog) geen thermostatische kranen. Het gebouw heeft 1 centrale verwarming voor alle 96 appartementen. En die staat nu vollen bak. Toen kwam de zon er door en in geen tijd was het snikheet binnen. Dus alle radiatoren weer dichtgedraaid. Inmiddels was het 26 graden en ik heb even de deur van het terras opengezet. Gelukkig koelt het dan lekker snel af met dit weer :-)

Maar ze had blijkbaar gelijk. Door enkel glas voel je de warmte van de zon heel snel. Het wordt heel snel warm, zelfs met deze temperaturen. Zolang het niet waait komt er nauwelijks koude lucht door de verouderde aluminium ramen. Bij stormweer waait het eten uit ons bord, dat is wel een nadeel. Natuurlijk is het ook snel weer koud als de zon verdwijnt, dus nu is dat nog een beetje kranen open en dicht draaien. Daar ben ik ondertussen goed in. Thermostatische kranen zouden het probleem oplossen, maar we kunnen die enkel vervangen door de grote ketel voor alle appartementen een dag uit te schakelen. Dat gaan we nu even niet vragen :-)

vrijdag 3 februari 2012

De yoghurt truuk

Wat mij het meeste schrik geeft bij mijn diabetes is te lage bloedsuikerwaardes. En dan vooral als je die 's nachts krijgt. Het geeft een heel akelig gevoel, als je al wakker wordt. Als je er doorheen slaapt word je wakker met een kater. In hele erge gevallen kan je zelfs in een coma geraken.

Maar zo'n vaart zal het met mij niet lopen. Het kan ook helemaal niet nu ik die glucosesensor draag. Als ik 's nachts te laag kom staan piept hij me wakker en kan ik er iets aan doen. Een paar druivensuikers eten of een Granykoek. En als ik niet wakker word, stopt de pomp met insuline geven en dan lost het probleem zichzelf op.

Maar ook te hoge waardes zijn niet goed. Dat speelt in mijn geval niet mee, want ik geraak bijna nooit te hoog. Toch wil je zo goed mogelijk geregeld zijn, dus niet te laag en niet te hoog. En voor 's nachts heb ik daar een truukje voor. Ik eet elke avond een potje yoghurt. Lekkere dan hé, dus geen suikervrije, vetvrije nepsubstantie. Door de sensor weet ik dan hoe hoog mijn suiker staat. Ik laat de insulinepomp uitrekenen hoeveel insuline ik nodig heb om dat potje te "verteren". Als mijn bloedsuiker dan aan de lage kant is, zal ie wat minder insuline geven dan wat nodig is voor de yoghurt, en als ie hoog is, zal ie wat extra insuline geven. Zo gebeurt er elke avond een kleine correctie en ga ik met exact dezelfde waarde de nacht in.

Daarom is mijn ochtendwaarde elke dag dezelfde. Maar die hangt natuurlijk ook af van hoe goed je slaapt en of je veel wakker ligt of veel woelt. Maar op een foutenmarge na staat die altijd tussen de 80 en de 100. En dat is perfect. Heel af en toe staat ie wel eens wat hoger en heel soms wel eens wat lager. Soms zelfs 69 maar dat is een leuke waarde :-)

donderdag 2 februari 2012

Villa Politica

Ik had een huis in de Pothoekstraat. Het was veel te groot en ik woonde er niet meer. Het gelijkvloers gebruikte ik als kantoor en de verdiepingen verhuurde ik aan Maarten. Er stond een kleine zwart-wit TV in de schapjes die vroeger pralines presenteerden. Voor ik het kocht was het een pralinewinkel met bijhorende woonst.

Woensdag namiddag als Maarten terug kwam van zijn rondje Vlaanderen (hij bezocht klanten) at ie zijn broodje Américain dat bedoeld was als lunch tegen een uur of 4 op. Op het blikje cola deed ie een soort van tromgeroffel dat vreselijk irritant was. Ik had hem dat al vaak gezegd maar het hielp niet. Hij wist het wel, en na een tijd zei ie zelf: aah ja, ik weet het.. zenuwpees.

Villa Politica was mijn achtergrondmuziek. Ik zat met mijn rug naar het kleine toestel dus het stoorde niet tijdens het werk. Maarten had er veel commentaar op. Niet op het programma, want hij vond dat geweldig. Ik weet het omdat ie daar ook op zijn TV toestel boven naar keek. Maar hij had veel commentaar op de andere politieke kleuren. Die kleuren die niet overeen kwamen met zijn mening. Gelukkig hadden wij dezelfde kleur, alleen de tint verschilde lichtjes. Hij had het politieke spel heel goed door. Niet wat er gezegd wordt, maar wel door wie, en wanneer, in welk parlement... Het heeft allemaal zijn belang en hij was helemaal mee. Ik ook trouwens, en ik deelde meestal zijn verontwaardiging als een andere kleur weer eens stevig uit de bocht ging. Zelfs als de juiste partij zich niet aan de ongeschreven regels hield viel het op. Je kon soms zaken horen die ze de ene dag wit zeiden en de volgende dag zwart. Gewoon omdat ze net in het andere parlement niet in de meerderheid zaten.

Het zijn fijne herinneringen en ze komen vaak terug. Twee keer per week om precies te zijn, want twee keer per week zie ik de trailer van Villa Politica. Ik kijk er terug naar. Toen Maarten er niet meer was zapte ik het weg omdat het te pijnlijk was. Maar dat is al een hele tijd geleden. Het is gewoon een goed programma en de herinnering is mooi, ze is niet pijnlijk. Ik kan met andere mensen ook over politiek praten en ik vind dat belangrijk. Het houdt me erg bezig. En gelukkig kan dat ook open, wat voor Maarten moeilijker was. Zijn vriendenkring kleurde vaak anders en dat zorgde voor discussies. Maar in de Pothoekstraat waren we het meestal eens.

Het is fijn om normaal te kunnen doen. Een programma wegzappen dat je graag ziet is niet leuk. Maar het hoeft dus niet meer, al een hele tijd trouwens. Ze blijven daar, die momenten dat ik terugdenk. Net zoals bij de Euro Millions. Maar het zijn fijne herinneringen. Alleen de muziek van de Fixkes verdraag ik nog niet goed. Gelukkig horen we daar niet veel meer van :-)

woensdag 1 februari 2012

Begin-van-de-maand gevoel

Het is geen leuke dag vandaag. Wow... depri blog. Nee nee, zo erg is het niet hoor, ik ben het gewoon. Het is al jaren zo. Je zou het de tijd van de maand kunnen noemen, had het niet die andere betekenis. Maar bij mij staat die klokvast op de eerste van de maand.

Met de jaren is dat zo gegroeid. Ik noem het steeds het begin-van-de-maand gevoel. Het komt omdat ik als zelfstandige werk. Mijn loon hangt af van een deel prestaties en een deel bonus. Net zoals in de bankensector. Alleen kleinere getalletjes. En dat is dus elke maand anders. Ik heb recht op een deel onderhoudsgeld dat drukkerijen betalen voor de software die ik schrijf. Het klantenbestand is door de jaren heen gegroeid, en het onderhoud wordt jaarlijks verrekend op het moment dat de klant de software aanschafte. Dat wil dus zeggen dat een klant die ooit onze software in augustus kocht elk jaar in augustus een bedrag onderhoudsgeld betaalt. En een stukje daarvan komt mij toe.

Daarom heb ik dus "goede" en "slechte" maanden. Zo zijn er bijvoorbeeld weinig klanten die in juli een afrekening krijgen, omdat dan het bouwverlof in de weg zit. Ook die sector gaat dan mee op vakantie. En dat voel ik dus, elke maand juli is niet geweldig.

Maar de laatste dag van de maand maak ik de afrekening en daarna beginnen we opnieuw. En dan komt het begin-van-de-maand gevoel. Want je zit nu weer zeker 30 dagen verwijderd van de volgende afrekening. Het is dus eventjes minder belangrijk dat ik heel hard werk. Ik kan immers hier en daar de komende 30 dagen wel wat werk inhalen. Ik weet ook op voorhand of er deze maand veel of weinig onderhoudscontracten volgen.

Dus dan is het eventjes chillen. Eventjes de teugels vieren. Maar niet te veel, want ik merk nu dat er deze maand maar 29 dagen zijn. Gelukkig is het een schrikkeljaar :-)