Dat kan je je wel voorstellen. Als ik zoiets hoor op de radio, gaat de volumeknop onmiddellijk omhoog. Ik beweer het niet, het was een professor die een boek schreef over hersenactiviteit. Vanmorgen op Radio 1.
Zijn boek gaat vooral over het voorgeprogrammeerd zijn van de hersenen. De invloed die we op onze hersenen hebben in het latere leven zou veel lager zijn dan wat men een halve eeuw geleden dacht. Je wordt dus geboren met een stel hersenen waar je capaciteiten, je tekorten en zelfs je afwijkingen al vast in geprogrammeerd zitten. Voor zover je het een afwijking kan noemen hoorde homoseksualiteit daar ook bij. Ook pedofilie en genderdysforie (je lichamelijke geslacht komt niet overeen met wat je voelt) horen erbij.
Maar terug naar sport. Hij zegt dus niet dat sport ongezond is. Alleen weten we niet of sport wel gezond is. En wel omdat alle onderzoeken die men doet om dit aan te tonen statistisch fout zijn. Men zal steeds twee groepen mensen vergelijken: een groep die aan sport doet en een groep die niet aan sport doet. Je kan aantonen dat de groep die aan sport doet gezonder is, minder kost aan de gezondheidszorg en langer leeft. Maar vanuit de statistiek klopt dat niet. Je begaat een statistische fout door de indeling te maken tussen de twee groepen. Iemand die niet gezond is, zich niet zo lekker voelt of misschien zelfs al erg ziek is zonder het te weten, zal immers niet aan sport doen. Om het onderzoek juist te doen zou je willekeurig kinderen bij de geboorte moeten aanduiden die moeten sporten en kinderen die niet mogen sporten.
Een ander leuk voorbeeld ging over dementie. Algemeen wordt aanvaard dat dementie kan vertraagd worden door de hersenactiviteit te stimuleren. Dus als je dement wordt, kan je best veel geheugenspelletjes en woordpuzzels oplossen om je brein actief te houden. Ook dat berust volgens de professor op een statistische fout. Dezelfde onderzoeken werden vaak herhaald. Neem een aantal mensen die dementerend zijn en bekijk hoe actief ze bezig zijn met hun hersenen. Je zal een direct verband vinden tussen de mensen die actief zijn en het trager evolueren van hun dementie.
En daar wordt juist dezelfde fout gemaakt. Hij haalde een Amerikaans onderzoek aan dat men had uitgevoerd bij nonnen. Hun levensweg is vaak goed gedocumenteerd. Bij de nonnen die dementerend waren vond men exact dezelfde link. Diegenen die minder actief bezig waren met hun brein hadden een slechtere prognose in hun ziekte. Maar dan heeft men de brieven vergeleken die ze als meisjes van 12 jaar naar hun ouders schreven. Daaruit bleek dat de dames die nu actief bezig waren met hun hersenen toen als meisjes meer complexe woorden en zinsconstructies gebruikten. Met andere woorden: ze hadden al een goed brein toen ze 12 jaar oud waren. Daarom zijn ze ook beter bestand tegen dementie.
Wat er waar is en niet waar is, laat ik natuurlijk in het midden. Maar ik vind het heel aangenaam om te luisteren naar mensen die een kritische en verfrissende kijk hebben op het leven. Deze prof was daar een mooi voorbeeld van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten