Posts tonen met het label computers. Alle posts tonen
Posts tonen met het label computers. Alle posts tonen

maandag 1 september 2014

Oude PC op speed

Ik was dringend aan een nieuwe PC toe, want binnenkort mag ik weer aan het werk als programmeur. Het probleem is dat ik dat helemaal niet kan betalen, dus noodmaatregelen drongen zich op. Er was immers een serieus snelheidsprobleem en dat voelde ik aan alles wat ik deed op mijn oude machine. Alleen al het opstarten in Windows Vista duurde bijna zes minuten. Ik tel dan de tijd die nodig is vanaf de eerste kik die Windows geeft tot het moment dat je effectief iets kan doen. Er is wel een periode dat je in principe al kan "werken" vanaf er een cursor verschijnt, maar omdat de PC zo overladen was, brak elke klik die ik deed voor de schijf stopte met draaien me erg zuur op. In het totaal verloor ik tijd door snel te klikken, echt multitasken deed dat ding al lang niet meer.

Er is een eenvoudige optie en dat is opnieuw beginnen met een nieuwe harde schijf. Even dacht ik nog om de huidige schijf te "klonen" op een nieuwe, maar dat bleek niet de goeie manier.

Daarom heb ik dus met een klein budget (iets meer dan 100€) deze SSD schijf aangeschaft. Een Solid State Drive draait niet meer rond, ze bevat alleen geheugen. Het grote voordeel is dat ze razendsnel zijn en ik wist al een tijd dat de harde schijf echt wel de bottleneck was in mijn geval. Ze was slechts 160GB groot en stond meestal eivol. Een nieuwe 3TB schijf zat er al mee in, maar die zorgt enkel voor opslag van de grote bestanden. Het Windows besturingssysteem bleef op de kleine, trage schijf draaien. Ook het wisselbestand van Windows stond hier op, ik heb dat erg nodig omdat ik ook een tekort aan RAM geheugen heb in mijn oud model.

De transformatie is niet minder dan uiterst spectaculair te noemen. 35 seconden nadat de computer aan Windows begint, kan ik al beginnen werken. In die tijd heb ik zelfs ook nog eens mijn paswoord ingegeven. Het opstarten van een Google Chrome die een Facebook scherm toont kan nu op 2 seconden. Dat is bijna tien keer sneller dan vroeger.

Er spelen natuurlijk erg veel factoren mee in deze snelheidswinst. Een nieuwe Windows installatie gaat altijd veel sneller en mettertijd zal ik weer wel verlies lijden. Maar het feit dat het wisselbestand nu op een SSD schijf staat, wil zeggen dat ik nu in de praktijk erg veel snelheidswinst doe. De PC zal immers een deel van de harde schijf als geheugen gebruiken, maar nu de SSD schijf zelf ook geheugen is, gaat alles razendsnel.


Een tweede dringende upgrade komt uit China. Voor 19 dollar kocht ik deze vier nieuwe USB poorten. Je ziet er maar twee, maar de achterkant van de PC heeft er ook nog eens twee extra.


De module plug je gewoon in een PCI Express slotje en je hebt meteen extra USB poorten. Niet dat ik er tekort had, maar USB 3.0 zal ik de komende jaren niet kunnen missen.

Nu ja, gewoon inpluggen was er eigenlijk niet bij. De Chinezen kennen de structuur van Dell computers niet zo goed. Men heeft de gewoonte om diskdrives (dit plaatje past in een diskdrive-bay) langs één kant van je PC vast te schroeven, de andere kant schuift vlotjes in een rail en zo zit alles stevig vast. Alleen weet men dat niet in China, en op deze manier moest ik met eigen schroefjes en rondelletjes uit mijn doe-het-zelf kamertje de USB aansluiting toch vastschroeven.

Ik kan nog één detail veranderen aan het interne geheugen van de PC en dan kan ik er in principe tegen voor een hele tijd :)

maandag 24 maart 2014

Nog een TV

Dit keer is het echt geen bewuste keuze, maar er is er dus weer eentje bij. De aanleiding is het feit dat de projector die een TV-beeld projecteert in mijn kantoor/speelkamer dat plots vertikte. Je moet die lamp af en toe vervangen en ik was ondertussen gezegend met meer dan 5000 lampuren die gegund werden door een projectorlamp die er volgens Dell maar 2000 in haar mars heeft.

Het probleem is niet om ze te vervangen, maar wel om ze te betalen. Ze kost 340€ en toen dat van de rekening van mijn bedrijfje werd overgeschreven deed dat wat minder pijn dan op dit moment, nu ik een budget heb van de invaliditeitsuitkering. De lamp is er gekomen hoor, want ik kan ze echt niet missen. Maar het deed me nadenken over het nut van die projector die soms bijna een hele dag aanstaat.

En dan kwam ik tot deze vaststelling: meestal kijk ik zelfs helemaal niet naar het beeld, want het wordt geprojecteerd achter de hoek van de L-vormige kamer. Als ik achter de PC zit, zie ik dus geen televisiebeeld. En dat is niet alleen dom, het is blijkbaar ook duur. Een oude PC had inmiddels de geest gegeven en nu heb ik de monitor die dus nog naast de twee grote schermen staat maar enkel een zwarte kleur toonde, omgetoverd tot een televisietoestel. Dat ziet er zo uit:




De truuk is eenvoudig.

Alles wat je nodig hebt is drie stukken HDMI verlengkabel van vijf meter, twee koppelstukken om de kabels aan elkaar te hangen en één koppelstuk om van de vijftien meter draad die nodig is om het beeld van de digibox naar de monitor te brengen, een digitaal DVI-monitoraansluiting te maken.

Snap je iets van de laatste zin? Maakt niks uit, het werkt! Alles dankzij deze wonderlijke verzameling kabels die ik enkele maanden geleden netjes sorteerde.



Nu mis ik dus nog één ding. Ik wil ook nog naar de projector kunnen kijken, en die hangt dus aan dezelfde digicorder. Het is te zeggen, dat is de bedoeling. Helaas heeft ie maar één HDMI aansluiting.


Gelukkig hebben mijn goede vrienden in China deze oplossing. De komende maand of net iets langer moet ik de plug nog versteken elke keer als ik een ander beeldscherm wil bekijken, maar als dit ding geleverd is, kunnen tot vier TV toestellen, monitoren of projectoren aan één digicorder hangen.


Ja, ik weet het. Ik had er maar twee nodig.

Daar vinden we nog wel iets op ;)

woensdag 12 februari 2014

Shutdown

De laatste stap is gezet om over te schakelen naar een standaard inrichting zonders toeters of bellen.

Het werd opgebouwd vanaf het begin toen ik mijn bedrijfje startte. De internetverbinding moest sneller omdat drukkerijen met grote bestanden werken. Ik maakte software in die sector en data verzenden over het net moest vlot gaan. Er kwam een server te staan op mijn kantoor om dat allemaal makkelijker te maken.

Omdat één server verschillende services kan aanbieden, werd dat ook op die manier ingesteld. Hij zorgde voor e-mail, webpagina's, bestandsdeling en testsoftware. Na een tijd bleek dat concept erg gevaarlijk te zijn. Stel dat je server voor welke reden dan ook plots blijft hangen, dan vielen dus alle functies uit. In de praktijk wou dit zeggen dat als er iemand een te groot bestand wou plaatsen op de ftp server, dat die dus soms crashte. Dat had als gevolg dat de websites die op die server stonden (dat waren er toen een stuk of 10) niet meer bereikbaar waren. De server was ook mailserver, dus alle mailverkeer van mezelf, enkele familieleden en mijn twee collega's binnen ons bedrijfje werd plots geblokkeerd.

Het probleem werd opgelost met eenvoudige, maar dure middelen: er kwamen vier servers in plaats van één. Eén server voor één functie, dat is veel properder. Als de ftp server crashte, kon je gewoon nog mailen en de websites bleven online.

Ondertussen was de locatie veranderd naar Hoboken en een nieuw probleem deed zich voor. Het internetabonnement was peperduur maar niet altijd betrouwbaar. Ik betaalde 160€ per maand enkel om online te zijn met een vast IP adres. Dat is wat kort door de bocht, want de prijs voorzag ook een supersnelheid voor 20 PC's. Maar heel af en toe was er een Telenetprobleem in de wijk, en dan ging er dus heel veel mis omdat klanten de servers online verwachtten. Ik nam een tweede internetverbinding die over de telefoon ADSL aanbood voor noodgevallen.

Trouwens, je zou denken dat één persoon geen 20 connecties nodig heeft, maar ik slaagde erin om de kaap van tien vaak te overschrijden. Met vier servers online, één extra testserver, 2 werk PC's en een Mac om onze software te testen was ik bijna aan tien. Als ik of één van mijn collega's het kantoor binnenkwam, telde de smartphone die inlogde op het draadloze netwerk ook als één PC. De gameconsoles gingen ook online en na een tijdje kwam ik soms al aan de limiet van 20 toestellen.

Dat is nu allemaal voorbij, alleen zat ik nog met een behoorlijk duur internetabonnement. Ik had enkele servers geschrapt, maar de twee laatsten waren nog online tot gisteren. Ook de telefooncentrale met vier externe nummers was al lang nutteloos. Wie heeft nu nog een aparte faxnummer en een modem inbelpunt?

Vandaag is alles geschrapt. Het abonnement werd opgezegd en de telefooncentrale komt men terug oppikken. Ik zal zoals normale mensen één telefoonnummer hebben dat trouwens niet meer van de zaak is. Ook het internetabonnement is nu een privézaak en een vast IP adres hoort daar niet bij. Dat wil zeggen dat de laatste twee servers vandaag stopten.

Nu wordt het een standaardfactuur van 35€ en die geeft een mooie snelheid op een VDSL verbinding. Het vreemde is dat het zelfs sneller gaat dan voorheen, terwijl mijn telecom maandkost op het hoogtepunt bijna tien keer hoger lag.

Er is een vreemd neveneffect aan dit verhaal. Ik heb altijd beweerd dat mijn kantoor de stilste plek was in het appartement. Ik had nooit last van geluiden van de bovenbuur die de deur enthousiast sluit en de baby die één verdieping hoger zo hard huilt dat het doordringt tot in onze slaapkamer.

Maar vandaag hoorde ik het dus voor de eerste keer ook in mijn kantoor. Er is niks veranderd aan de constructie van het gebouw. Ik leef alleen al 15 jaar in het servergeluid en dat was ik gewoon. Nu is het plots stil en nu hoor ik de buren.

Ik twijfel nog wat nu het beste was: servers of huilbaby's ;)

zondag 12 januari 2014

IFTTT

If This Then That !

Een tijdje geleden vond ik deze online service toen ik de Twitterknop hier rechts plaatste. Ik wou een aantal dingen automatiseren in mijn blog, en dit is een tool die dat allemaal kan. Nu is dat voor de blog niet zo'n probleem, want er bestaat een truckload aan opties met toeters en bellen in blogger zelf en alles wat daar rondhangt. Op Youtube is dat anders, ik krijg het gevoel dat de mensen die daar werken in de vorige eeuw leven. Computergewijs wil dat zeggen dat ze een jaar of twee achter staan ;)

Soit, IFTTT zorgt er nu dus voor dat een nieuw YouTube filmpje op mijn pagina automatisch Twittert dat ie het levenslicht zag. Maar omdat de site zo fun fun fun is, had ik toen nog vier andere 'recepies' aangemaakt. Hoewel ik in de keuken recepten verafschuw zijn, kunnen deze je dag kleuren.

Nu zijn ze onzinnig maar ik wou gewoon eens zien wat dat geeft. Er draait ook een app op de iPhone die me helpt om een paar van die vijf vraagstukken van de nodige input te voorzien.

Maar geef toe, de interface is geweldig! Het lijkt wel een website voor kleuters met al die mega grote icoontjes, maar wat het kan is verre van kinderachtig. De mogelijkheden lijken wel oneindig.

Deze eerste vijf heb ik nu een tijdje actief staan en ze werken heel erg goed. Over de zinnigheid spreek ik me niet uit.
  1. Als ik in het ziekenhuis aankom, stuur mij dan een mail
  2. Als iemand in een geocachegroep op Facebook een nieuw bericht plaatst, stuur me dan een mail.
  3. Als Diabetic Danica een filmpje post op YouTube, stuur me dan een mail
  4. Als het kouder is dan 10° in Antwerpen, stuur me dan een mail
  5. Als ik een nieuw filmpje post op YouTube, zend dan een Twitterbericht in mijn naam

De locatie app op de iPhone is echt cool. Je kan er alles aan koppelen, het sturen van deze mail doe ik nu gewoon om te testen. Maar je zou bijvoorbeeld kunnen bedenken om een Facebook bericht te posten, zo zou het 'inchecken' in het ziekenhuis zoals ik dat nu doe, automatisch gebeuren.

Ja ik weet het: lap daar gaat mijn privacy. Maar who cares, ik schrijf nu al heel mijn leven op een blog en vertik het om mijn webcams af te plakken ;)


Dit zijn alle 'channels' die ze ondersteunen, en het gaat echt heel erg ver.

Met de nodige apparaatjes van Philips kan je zelfs je huis aan de site koppelen, en dan wordt het receptje met de wolk ineens heel erg praktisch: stel dat je de verwarming kan aanzetten als het buiten kouder is dat 15°.

Of stel dat je de oven alvast voorverwarmt als je aan de afrit van de autosnelweg bent?

Ik vind het de max !

maandag 18 november 2013

Range extender

Sinds vandaag hebben we deze range extender of wifi-repeater in huis. Ik was al een tijdje aan het proberen om overal wifi-bereik te hebben in het appartement, maar dat was behoorlijk lastig. Het aansluitpunt met de router van Belgacom zit in de ene hoek van het appartement in mijn kantoor, en de plaats waar we met de iPad graag willen surfen in de leefkamer kan tot 20 meter verder liggen, al naargelang waar je gaat zitten.

Dat lukt dus helemaal niet met één draadloze router. Om technische redenen zijn er nog twee draadloze netwerken in het kantoor (zo denkt Belgacom dat ik minder PC's heb aangesloten dan wat we in 't echt doen, ssssshhhht...) maar ook die hebben te weinig bereik. Er zit ook nog een gang en een slaapkamer tussen, dus dat zal voor het signaal ook niet echt een goed idee zijn.

De optie was om een extra router te plaatsen in de donkere kamer in het midden van het appartement. Dat zorgde dan weer voor praktische problemen omdat de kabels die ik dacht nodig te hebben al gelegd zijn tussen die twee ruimtes. En aan een netwerk dacht ik toen helemaal niet. Waarom moet je nu een netwerkverbinding hebben tussen de strijkplank en de vuile was?

Dat bracht ons op dit pareltje. Meestal geloof ik niet dat je zo'n simpele aansluiting kan uitvoeren zoals de website het belooft. Er is in mijn geval altijd wel een technisch detail dat ervoor zorgt dat het wellicht niet zal werken. Mijn grootste zorg was om te beginnen het feit dat er vaste IP adressen zijn ingesteld in de router van Belgacom. Dat is nodig als je web- , mail- en ftphosting doet. En natuurlijk doe ik dat allemaal, hoewel nu wel heel wat minder fanatiek.

Maar dit ding deed dus bijna wat de website belooft. Het is niet zo dat je gewoon op het knopje van de router moet drukken om de verbinding automatisch te maken. Toen mijn router werd uitgevonden, bestond dat knopje nog niet. Maar er is een hele simpele webinterface die je gewoon via je iPhone opent. Uit de lange lijst draadloze netwerken die hij ziet (we zien er hier meer dan 50!) kies je de range extender. Dan opent een schermpje dat opnieuw netwerken zoekt. In dat schermpje kies je de originele router en paswoord die je wenst uit te breiden. In mijn geval de tweede router in mijn kantoor omdat die net een beetje sterker is.

Vanaf dan verdwijnt de range extender uit de lijst met draadloze netwerken. Nu zullen je toestellen die al ingesteld waren op het oude netwerk gewoon met de range extender verbinden, die op zijn beurt naar de router gaat. Al bij al is dat heel erg vlot gegaan. Nu moet ik alleen zorgen dat de netwerkverbinding tussen de donkere kamer en het kantoor sterk genoeg is. Dat was even puzzelen om te zien in welk stopcontact je het meeste lichtjes ziet branden. Het bereik varieert nu tussen twee en drie lichtjes (aan de rechterkant van de cirkel) en dat is genoeg om overal heel vlot te surfen.

I like it !

vrijdag 8 november 2013

Smooth scroll

Ik heb gemerkt dat ik helemaal niet consequent ben.

Binaire getallen zijn fun, fun, fun. Maar geen hond die dat ooit nodig heeft in zijn dagelijks leven. Nu is dat wellicht wat scherp gesteld, maar de meeste mensen leven lang en hopelijk gelukkig zonder ooit te snappen hoe dat binaire stelsel werkt. Dat hoeft ook niet, want je kan een binair getal zo omzetten naar decimaal met een app op je GSM of online op een website die Google je toont.

Maar verder dan dat heb je ze nooit nodig. Zelfs als je in de branche zit waar ik in zit (moet ik ondertussen 'zat' schrijven?), is dat niet echt een issue. Programmeren onder Windows kan je denk ik best zonder erg veel details te kennen over binaire getallen.

Vroeger, heel lang geleden toen ik jong was, was dat helemaal anders. Ik was zo jong dat ik nog op school zat, dus zo anders was het niet. Het was evenzeer nutteloze kennis op de schoolbank, maar in de computerles kwam het van pas. Voor de duidelijkheid, dat was een hobby waar ik de dinsdagavond mee opvulde. De leerlingen waren bezeten door een smooth scroll. Dat is een manier om een regel tekst van rechts naar links over het beeld te laten bewegen, zonder dat de volzin voorbij schokte. De truuk was dat je de regel telkens met één beeldpunt naar links schuift, in plaats van telkens één volledige letter. En die truuk was voor ons echt wel mega bangelijk (alleen bestond dat woord nog niet), want je moest dus een jaar les hebben gevolgd om dat te kunnen. Omdat dat toen rekenkracht kostte, moest het in machinetaal geschreven worden en daarom was het dus extra uitdagend.

Daarom dacht ik er aan deze week en daarom ben ik niet consequent.

De truuk was simpel als je binaire getallen doorhebt. Ik heb het nog eens old school style getekend met zo'n vierkleurige stylo die in 1985 echt in was. Geloof je het als ik zeg dat het echt zo is maar dat de kleurenvullingen leeg zijn? Soit, zo werkte het dus. Als je even goed kijkt staat er een karakter 'a' die worden voorgesteld door de eentjes in het kader. De acht getallen onder elkaar vormden dus 64 puntjes op het beeld, en zo toverde je een 'a' op het scherm. Om een smooth scroll te doen, moest je gewoon alles maal twee doen, zo simpel is het. Tel het maar eens na, als je de acht eentjes en nulletjes op één rij naar links schuift, en dan aanvult met een nulletje, dan heb je in feite gewoon het decimaal getal maal twee gedaan. En daar werden we dus wild van. Van het resultaat vooral dan, want dit is maar saai en theoretisch.

Toch was de leraar niet zo enthousiast, want een smooth scroll haperde ook, beweerde hij. Hij haperde per puntje een beetje zodat de tekst vervormd leek, en op zijn scherm was het ook zo. We moesten er met z'n allen rond gaan staan, want een beamer moest men nog uitvinden. Ik had nog geprobeerd om hem na de les uit te leggen dat je dit in een interrupt moest programmeren, zodat de beweging vlotjes de schermopbouw volgt. Zo wat napraten in het café onder het kleine zaaltje waar de les doorging, dat deden we elke week, hij en ik. Maar ik weet niet of ie mijn versie vanaf dan heeft opgenomen in zijn les.

Maar het was spannend en ik ben blij dat ik het toen uit een boekje heb geleerd. Alleen lijkt het even nutteloos als Latijn leren. Dat Latijn nutteloos is, heb ik altijd bij hoog en bij laag beweerd, misschien omdat ik het nooit gedaan heb. De taal is toch dood, dus why bother? Alleen zal iemand die ooit Latijn leerde er anders over denken. Ik vind binaire getallen wel nuttig en dan ben ik dus niet consequent.

Het zal geen groot probleem zijn, en ik blijf maar even bij mijn idee dat ik het graag weet. Daarom kon ik ook antwoorden op de vraag van de jongeman die er zich nu vragen over stelt. Zijn vader is jonger dan ik, dus hij zal zo ongeveer de leeftijd hebben die ik toen in de computerclub had. Maar deze jongeman zoekt het op op internet en hij heeft gelijk.

Alleen, als je nu een geoache wil maken met een moeilijke vraag die men niet kan oplossen met een online tool, dan heb je deze kennis nodig. Komt dat nu even weer goed uit of niet? Ik ben trouwens met mijn Arduino's en microcontrollers nu heel vaak bezig met binaire getallen, want nu hangen er echt elektrische draden aan die nullen en enen. Nu moet ik dat wel kennen, anders kan ik zelfs stap één in deze wereld niet zetten. Alleen, carrièregewijs is het dus even waardeloos als Latijn.

Laat me dan maar even lekker inconsequent blijven. Ik vind het goed zo.

zondag 30 juni 2013

Retro stuff

Een hobbycomputer heette dat. Als we nu een PC in huis hebben is dat een toestel om vanalles mee te doen. Documenten openen, internetten, spelletjes spelen... Alles in één toestel. Toen ik jong was, was dat anders. Toen waren er Personal computers voor bedrijven en homecomputers die je thuis aan je TV toestel aansluitte. De taken waren dan ook veel meer gescheiden dan hoe dat vandaag gebeurt. Ik moest lang nadenken om de lijst van computers die ik ooit in huis had weer voor mijn geest te halen. Het gaat dan ook over vele jaren geleden, de eerste moet van begin jaren '80 zijn.



Geef toe dat de Atari 2600 er tot op de dag van vandaag mega cool uitziet. Welk ontwerp ken je nu nog waar men hout in een computer verwerkt? Zelfs al was het maar een spelcomputer.




Technically klopt dit niet, want ik heb deze homecomputer nooit in huis gehad. Nu ja, hij was heel vaak in mijn buurt en ik heb er enorm fijne herinneringen aan. Software in BASIC schreef ik zelf in zijn 1,5K intern geheugen.

Zoals alle homecomputers was er geen monitor, enkel een TV scherm. Dat was best geen kleurentoestel, want dat kon ie toch niet aan.





Mede daarom was deze supercomputer revolutionair. Wel 8 verschillende kleuren op je scherm, en als je de "bright" optie aanzette zelfs 16. Alle mooie herinneringen uit mijn jonge jaren zitten in deze 48K RAM. Met dit ding heb ik wonderbaarlijke dingen gedaan. Hij is de reden waarom ik vandaag een passie voor computers heb.







Hoe deze twee in het plaatje passen weet ik niet. Ik heb nooit iets uitgestoken met de Apple II en de Apple II c (de portable versie).

Maar ik had ze beide in huis, ik denk zelfs dat ik er meer dan 2 had. Een zakenman als buurman hebben had zijn voordelen. De afdankers uit zijn bedrijf kwamen in mijn kamer staan, maar ik deed er nooit echt iets mee.





Dat kan je ook zeggen van  de Atari 600 XL. Ik denk dat ik hem ooit eens ergens uit de Koopjeskrant moet gekocht hebben, maar ook dit ding heb ik nooit echt gebruikt.




Dat kan je niet zeggen van de volgende toestellen. De Sinclair QL was de opvolger van mijn hartedief ZX Spectrum. Ik heb er heel vaak mee bezig geweest, maar je kan het enkel zien als een computer die je als "normale" gebruiker in huis hebt. Van programmeren was geen sprake meer, hoewel ik best wel probeerde.


Dat was zeker ook zo toen ik deze Commodore Amiga kocht. Overstappen naar de concurrentie! Zo voelde het zeker aan, want de super populaire Commodore 64 was altijd de meer bekende tegenhanger van mijn ZX Spectrum.
Toch was dit een ander verhaal. Plots was daar een harddisk en een floppy drive zoals we dat later kenden. Een nieuwe wereld ging open, maar opnieuw niks programmeerbaar...
Ik heb hier veel muziek mee gemaakt, je zou het een vroege iMac kunnen noemen.




Verder dan mijn allereerste PC ga ik niet opsommen, want hierna volgt een lange lijst en ze hebben met mijn hobby niks meer te maken. Maar het zijn vanaf dan dus enkel PC's met Windows zoals we die nu kennen. Intussen ben ik ook al hogeschoolstudent, en deze PC XT was dan ook in de eerste plaats bedoeld om documenten te openen die ik op school had gemaakt. Mijn echte hobby gebeurde nog steeds op de Amiga.
















Begon ik nu de opsomming met een spelconsole? Dan horen de dezen er ook bij natuurlijk. Ik denk zelfs dat ik ze nu nog heb, al dan niet in een berging.

Maar mooi zijn ze niet meer. Qua look kan geen enkel model de Atari 2600 overtreffen. Ze hebben geen hout in hun design ;-)

zaterdag 8 juni 2013

Ghostbusters

Het was 1984. In de bioscoop was de film Ghostbusters een mega hit. Ik was toen 14 en niet zo geïnteresseerd in bioscoopfilms. Toch was het nu een beetje anders, want er volgde een computerspelletje met hetzelfde thema op alle platformen. Je kunt dat moeilijk vergelijken met nu. Nu wil alle platformen zeggen dat het uitkomt op de PC, Playstation, Xbox, Wii... Toen was dat de Commodore 64 en de ZX Spectrum. Misschien was er nog sprake van een Atari maar ik weet niet meer of die nog meespeelde in 1984.

Het spel was niet geweldig. Dat was toen nooit zo trouwens. Alle moeite werd gedaan om herkenbare karakters uit de film op het computerscherm te tonen. Maar met 256 beeldpunten in de breedte die je slechts in 2 verschillende kleuren kon toveren kan je echt geen mannetje met een herkenbaar gezicht tekenen. Het resultaat was dan ook schabouwelijk.

Maar er was iets heel bijzonder aan dit spel. Alle ZX Spectrum eigenaars waren in extase toen dit uitkwam. In het spel klonk namelijk voor de allereerste keer een echte stem door de mini luidspreker van het computertje. Tot die tijd was dat nog nooit gebeurd, het luidsprekertje kon enkel pieptonen genereren. Maar nu was het anders, dit was de vooruitgang. Dat klonk toen zo.

Ik kon moeilijk meegaan in de euforie die toen in de computerclub die ik wekelijks bezocht in de lucht hing. We kregen les in machinetaal, maar voor en na ging het natuurlijk op z'n nerds over de laatste nieuwe ontwikkelingen. De reden waarom ik moeilijk kon meegaan was dat ik ondertussen zelf bezig was met het opnemen en afspelen van spraak. Ik ging zelfs al een stap verder door ook enkele gesproken woorden van elkaar te kunnen onderscheiden. Ik had dat ook gezegd tegen enkele clubleden, maar ze reageerden een beetje vreemd. Misschien geloofden ze niet wat ik zei, maar ik ben er nooit verder op ingegaan. Ik was ook veel te verlegen om in de hele groep een grote mond op te zetten en te tonen wat ik had gemaakt.

Na de les was dat anders. Ik sprak immers elke keer af om iets te drinken met de lesgever. Die moet toen rond de 30 jaar oud geweest zijn. Zijn mond viel open van verbazing toen ik het hem vertelde. Ik heb hem ook getoond wat ik had gemaakt en probeerde het eenvoudige programmaatje - want dat was het het echt - uit te leggen. Hoewel het maar één enkel schermpje lang was, kon de lesgever er echt geen begin en eind aanknopen. Hij begreep niks van wat ik had gemaakt.

25 jaar later zit ik bij een psycholoog. Ik heb duidelijk problemen met mijn zelfvertrouwen en dat is één van de redenen waarom ik nu verslaafd ben aan alcohol. Zonder daar echt een lijn in te zoeken vraagt ie me uit over mijn jeugd. Ik vertel hem allerlei verhalen van wat er gebeurd was toen ik jong was. Dit was één van die verhalen en de hulpverlener is net als de leraar toen stomverbaasd. Hij vraagt me of ik wel besef wat dat betekende. Ik deed dat blijkbaar niet, voor mij was het enkel een herinnering. Hij wijst me erop hoe bijzonder dit was. Hij zegt dat trouwens van elk verhaal dat ik vertel. Hij vraagt me waarom ik zijn verbazing niet kan delen maar dat weet ik niet.

Hij wijst me erop dat het niet gezond is om bescheiden te zijn. Ik vind dat een beetje vreemd omdat ik net geleerd heb van het wel te zijn. Toch is dat volgens hem problematisch. Het is belangrijk om je kwaliteiten te kennen. Je hebt die kennis nodig om jezelf te "verkopen". Als dat niet in je aard ligt, moet je je aard veranderen.

Ik weet nu in elk geval dat dit heel bijzonder was. Het is een mooie herinnering en moest ze nu gebeuren zou ik er anders mee omgaan. Ik zou wel in de groep tonen wat ik waard was.

Dat heet zelfvertrouwen en ik heb het pas geleerd toen ik 40 was.

woensdag 20 februari 2013

HRG

Geen officiële afkorting hoor. Ik denk het toch niet. Ik denk dat we ze zelf verzonnen om het wat makkelijker te maken. Je kon ook gewoon High Resolution Graphics zeggen, en één nerd van ons clubje zei het ook elke keer. Hij zei het zo vaak dat we na een tijd enorm moesten lachen. Niet alleen om de term zelf, want die was op z'n minst gewichtig, maar vooral om de persoon en zijn geweldig mooie Engelse tongval. De inspanning was zo groot dat ie het speeksel van zijn mond moest vegen na het uitspreken van die inmiddels legendarische woorden.

Bij ons waren ze dat toch, in ons clubje. Nerd bestond niet als term, denk ik. Wij werden eerder uitgelachen als computerfreak. Ik weet vooral nog dat je dan onmiddellijk zei dat het niet zo was. Ik was wel bezig met computers, maar ik was zeker geen computerfreak. Later zou dat zelfs mee mijn studiekeuze bepalen. Het feit dat ik absoluut geen nerd wou zijn deed me kiezen voor elektronica en niet voor informatica. Als je dat nu hoort, denk je wellicht: wat maakt dat voor verschil? Maar toen was het toch zo. Als het maar niks met computers was...

Ik weet trouwens nog exact waar het over ging. We hadden allemaal een computer(tje), maar ik was de underdog. Iedereen had toen een Commodore 64, maar ik had een ZX Spectrum. Die was kleiner en had minder mogelijkheden. Maar telkens kwamen we op een gevoelig punt. Bij mij deed ie namelijk veel meer dan bij de anderen. Dat kwam omdat ik hem ook echt programmeerde. Dan deed ie coole dingen hoor! De ramen en gordijnen openden op mijn spraakcommando. Ik schreef een computerprogramma om alle Latijnse werkwoorden te vervoegen op basis van hun type. Ik deed helemaal geen Latijnse, dus heb ik het ook in 't Frans herhaald. Alle werkwoorden, alle tijden, alle personen. Het rolde er zo uit. Inclusief een klein lijstje van uitzonderingen. Ik ben zelfs begonnen aan een echte game. Het heette The Resentful Man. Het idee was niet van mij, maar ik schreef het wel. Alleen is dat nooit verder geraakt dan een ruimteschip dat bewoog en kogels schoot. De vijanden op het scherm laten bewegen was te veel gevraagd voor mijn Spectrum. Dan gaf ie er de brui aan.

Maar dat maakte een wereld van verschil. De andere jongens praatten vooral over software en games die al bestonden en ik schreef ze zelf. Behalve die ene jongeman, die deed dat dus ook. En het moet gezegd, de Commodore 64 had inderdaad High Resolution Graphics. Het kwam er ongeveer op neer dat je beeldpunten naast mekaar verschillende kleuren kon geven. Er was een truukje voor om het in het geheugen op te slaan, want elk beeldpunt een andere kleur, dat zou idioot zijn. Weet je wel hoeveel geheugen dat zou kosten? En we hadden maar 64K. En mijn Spectrum had dat niet. Ik kon alleen per matrix van 8x8 punten een voorgrond- en een achtergronkleur geven.

Ik had geen High Resolution Graphics.

Maar de herinneringen zijn er niet minder mooi om :-)

zondag 5 augustus 2012

Rijles

Welk model het nu precies was weet ik niet meer. Het merk was zeker Renault en ik dacht altijd aan een Renault 25. Zo zit het in mijn geheugen, maar het klopt niet. Ik herinner me ook de periode, en dan kan het helemaal dat model niet zijn. Ik was 15 of 16 jaar en het model moet dus een generatie ouder zijn dan wat ik dacht.

Ik weet wel dat ie in onze tuin stond. Ik weet ook nog dat die heel groot was. Zowel de tuin als de Renault. We hadden een lange dreef die aansloot op onze tuin. Ik denk dat je vanaf de poort tot aan het einde van die dreef makkelijk 250 à 300m kon afleggen. Toen ik veel jonger was, werd die afstand overbrugd met de fiets of met de go-cart. Maar op die leeftijd deden we dat dus met een auto.

We hadden hem gekregen van een nonkel. Hij had een nieuwe wagen gekocht en de oude stond nu bij ons. We mochten er alles mee uitspoken wat we wilden. Natuurlijk werd dat niet met zoveel woorden gezegd, maar we deden het wel. Elke woensdag namiddag gingen we eerst even naar het tankstation om een jerrycan te vullen met benzine. Die stond dan garant voor een namiddag absolute fun. Samen met mijn broer en neef hebben we in de dreef leren rijden met die auto. Dat was de eerste bedoeling, maar voor ons was het natuurlijk vooral speelgoed.

Dat je ook in de vijfde versnelling kan starten met een auto, dat heb ik daar geleerd. Dat het wellicht heel slecht is voor die auto ook. Maar hij was bijna klaar voor de sloop, dus we mochten proberen. Eén keertje is er echt iets fout gelopen op het einde aan de dreef. We hadden er sinds we veel jonger waren een kamp gebouwd. Op die leeftijd was er niks van over gebleven, enkel de hoogteverschillen verraadden nog dat we als kind hier een fulltime bezigheid moeten gehad hebben om dat allemaal uit te graven.

Maar dat is hem fataal geworden. Ik bestuurde de wagen niet op dat moment, maar er is een cruciaal onderdeel geraakt in één van die putten. Ik herinner me een luide klap en een ongerust gevoel. Niet dat ik bezorgd was over de veiligheid van de bestuurder, want op die leeftijd speelt dat nog niet erg mee. Maar wel dat ons avontuur nu misschien voorbij was.

Kort daarna was het ook zo. Het is niet duidelijk gebleken dat dat de oorzaak was, maar ik kon wel raden dat het mee de ondergang van ons speeltje heeft bespoedigd. Maar het was nu zo. De speeltijd was voorbij. Hij wou niet meer starten.

De auto is daarna vakkundig ontmanteld. Het was een full-option en voor die tijd wou dat zeggen dat je veel elektrische motoren kon recuperen. Aan de motoren van de twee automatische ruiten heb ik een hefboommechanisme bevestigd. Eéntje werd gemonteerd aan de deur van mijn kamer. De andere aan het raam. De ruitenwisser van de koplamp bediende de hefboom om het raam in het slot te vergrendelen. De gordijnen werden via een kabelsysteem verbonden aan de motor van de grote ruitenwisser. Tenslotte bestuurde de automatische deurvergrendeling van de auto een grote verroeste grendel die mijn deur op slot deed.

Al die dingen werden bestuurd met een schakelkast naast mijn bed. Een jaar later werd dat verder geautomatiseerd met spraakbesturing op de ZX Spectrum. Software die ik toen schreef kon onderscheid maken tussen tien spraakcommando's. Het werkte goed, maar de herkenning was niet 100% waterdicht. Soms ging de deur open als ik vroeg om de gordijnen te sluiten. Maar het is het principe dat telt. Dat principe was: amusement.

Tiens, combineren van hobby's heeft er precies altijd een beetje in gezeten bij mij :-)

maandag 2 april 2012

Foutje

De boekhouder had me een berichtje gestuurd. Het is al enkele jaren geleden. Het kwam binnen via de mailserver en ik las het op mijn tweede werkcomputer. Ik heb er namelijk twee. Twee computers om op te werken. Dat is al zo van de eerste programmalijn die ik ooit schreef in 1996. Twee computers dus twee schermen, zodat je werkcomputer mag crashen zonder dat het andere software die moet blijven werken tijdens je werkdag daar last van heeft. Inmiddels zijn het trouwens 4 schermen, elke computer 2 stuks. De werkcomputer heeft schermen van 30 inch, ze lijken op televisies.

Ik schrijf dit niet om het de blaaskaak uit te hangen. Er zit wel degelijk een bedoeling achter. De boekhouder had een foutje in de boekhouding ontdekt, dacht ie. Inkomende facturen van computers waar geen uitgaande facturen tegenover staan. Ik had computers aangekocht maar er waren geen verkoopfacturen naar klanten toe. En hij vond 14 stuks terug, dus het kan onmogelijk voor eigen gebruik zijn.

Ik heb hem moeten overtuigen van het tegendeel. Er zaten inderdaad 14 computers in de boekhouding die werden afgeschreven voor eigen gebruik. Ik heb niet op 1 dag beslist om plots 14 computers te gaan kopen omdat ik dat nodig vond. Maar met de jaren is dat zo gegroeid en tot op de dag van vandaag is dat nog steeds zo. Ze hebben alle 14 nut. Sterker nog, de meesten zijn meestal ingeschakeld. Een aparte teller zal binnenkort vertellen wat me dat kost aan elektriciteit. Ik weet nog dat ik in mijn kantoor in Hoboken het verbruik van 5 gezinnen had (dat zei de man van Luminus) als het op elektriciteit aankwam. Maar verwarmingskosten had ik nauwelijks. Ah ja, als je 14 computers inschakelt wordt het vanzelf warm.

Maar ze zijn dus echt allemaal nuttig. 9 stuks staan ook altijd aan. Vier computers en vijf servers. Vier computers wil zeggen die twee om op te werken en hun Apple Mac variant. Alles wat ik doe moet ik ook testen op een Mac, voor zover het mogelijk is. En een Mac is leuk speelgoed, maar dat zeggen we er even niet bij. De vijf servers zijn allemaal even nuttig. Een mailserver, FTPserver, Webserver, Fileserver en een testserver. Je zou daar één server van kunnen maken. Eén server die de vijf taken beheert. Vroeger was het ook zo. En met de jaren heb ik enorm veel problemen gehad omdat dat zo was. De open FTPserver is toegangkelijk voor iedereen. Iedereen kan daar zomaar bestanden op kopiëren en zelfs verwijderen. En dat is de bedoeling en we gebruiken dat dagelijks. Het is heel handig als een klant data moet overzetten die te groot is om in een e-mailbericht te plakken. En dat is tegenwoordig met bijna alle data zo.

Maar die vijf functies hadden veel last van elkaar. Als de FTPserver crashte - en dat gebeurde geregeld - werkte de e-mail niet meer en de websites die op de webserver staan gingen plots offline. Vandaar dat ik ze uitsplitste. Nu mag de ene crashen zonder dat de andere daar last van heeft. Het gekke is dat ze nu nauwelijks nog crashen, net omdat het is uitgesplitst.

Mijn ventje moest er altijd mee lachen. Wat voor supernerd ben ik nu met 14 computers en hoe kan je nu ooit beweren dat je ze allemaal nodig hebt. De belangrijkste (de gamer-PC) vergeet ik nog. Dat is trouwens de duurste die ik ooit kocht. Straf dat een computer om spelletjes mee te spelen duur moet zijn en een webserver bijna gratis is. Toch is het zo. Ik heb trouwens nooit gezegd dat ze allemaal noodzakelijk waren voor mijn werk hè. Ik heb gezegd dat ik ze nodig heb. Mijn gamer PC heb ik heel hard nodig maar de fiscus hoeft de toepassing niet te kennen.

Ik mis er nog enkele in de telling. Er staan er twee in de kast die ik nodig heb als oude klanten me bellen met vragen over hun software die ik ooit schreef. Die staat op oude computers en die heb ik niet up-to-date gebracht op mijn nieuw toestel. Dat zou me het leven zuur maken, want verschillende versies van de programmeertaal op één PC plaatsen is een slecht idee. En het gebeurt nog dat die klanten bellen, vorig jaar nog enkele keren. En mijn laptop is de voorlaatste. Niet zo vaak meer nodig, maar dat was het punt niet. Soms wel. Ik heb ze dus nodig. Ze zijn nuttig. En als jij dit leest, ventje, dan lees je dat op de laatste PC. De nummer 14 heb je van mij gekregen, remember? Als je dat niet nuttig vindt, verkoop ik hem wel hoor, geen probleem ;-)

woensdag 8 februari 2012

Vatenlijn

Ik heb je liggen. Ik hoop het toch. Wie denkt er nu dat ik over 14 februari ga bloggen? Lees de titel dan eens opnieuw. Er staat dus vatenlijn, niet valentijn. Ik trap er zelf ook elke keer weer in. En deze week weer opnieuw.

Ik ben dus mijn CV aan het schrijven. Het zou leuk zijn als ik naast mijn werk dat ik nu doe er andere kleinere projecten kan bijnemen. Dan heb ik andere kennis nodig dan wat ik nu al 16 jaar doe. De programmeertaal die ik nu gebruik wordt niet vaak meer gevraagd. Dus om goed in de markt te liggen, schrijf ik best ook op mijn CV wat mijn andere kennis is.

Eén project waar ik ooit aan werkte was een vatenlijn. Dat is een lopende band die in brouwerijen gebruikt wordt om biervaten te wassen, spoelen en vullen met bier. Om dat allemaal te doen heb je een industriële besturing nodig met een PLC. En los daarvan hoorde er een soort controlekamer bij die het proces visueel in beeld bracht. Dus een computerscherm waar je een interactieve tekening ziet die de gegevens van de lijn toont. Zo kon ik uit de PLC opvragen hoe ver één vat gevuld was en dat kon ik dan visueel tonen op het scherm.

En dat heb ik jaren geleden geprogrammeerd in Visual Basic. Dus niet de taal die ik nu gebruik, maar wel iets waar veel vraag naar is. Ik zal dus op die CV op één of andere manier duidelijk moeten maken dat ik nooit iets voor geliefden heb geprogrammeerd. Het ging over bier :-)

woensdag 11 januari 2012

Belgacom boy

Hij was goed op tijd, de Belgacom boy. In december had ik me geïnformeerd over een telefooncentrale in de Belgacomshop. Ik kende die nog van vroeger, zo'n klein handig doosje waar je tot 4 lijnen kon aansluiten. Voor een appel en een ei was dat te koop. Maar dat was een beetje een tegenvaller. Nu bestaat dat niet meer, je dient nu een volwassen model te kiezen en je moet het huren. Anders kom je in de problemen qua ondersteuning. Stel dat er iets fout loopt, dan is het wel handig dat er iemand kan langskomen, want zelf ken je daar niks van hè.

Bon, dan maar die optie gekozen. Jammer dat hij pas vandaag kon langskomen en niet eerder. Onze kerst-, nieuwjaars- en verhuiskaartjes waren al gedrukt en verstuurd. Dat is maar één kaartje hoor, met die drie functies. Het nieuwe privénummer stond er op vermeld, maar het werkte dus nog niet. Aah neen, zonder centrale werkt enkel mijn nummer op kantoor.

Er was nog slecht nieuws toen ik de centrale bestelde in de shop. Mijn headset zou niet werken op de nieuwe telefoons. Dat is nu allemaal digitaal hé meneer. Of ik ineens een nieuwe headset nodig had... nee, nu toch even niet. De nummerherkenning die ik nu gebruik op de PC zou ook niet meer werken. De vooruitgang zeker?

Dat bleek dus allemaal mee te vallen. De Belgacom boy had wel door dat ik geen idioot was. De headset werkte natuurlijk wel, alleen heb ik hem zelf op zijn blinkend nieuwe telefoon aangesloten. Het probleem was alleen dat ze niet van Belgacom is. Stel dat mijn headset niet werkt en ik bel naar Belgacom, dan zou men mij niet kunnen helpen. Want ze kennen dat merk niet.

Net hetzelfde met de nummerherkenning op de PC. De Belgacom boy vond het een mooi gadget, en dat het wel degelijk past op de nieuwe centrale, dat vermoedde hij wel. Alleen, ja... niet van Belgacom, we kennen het niet. Dus: het werkt wellicht niet.

Maar het was nen toffe pee. We hebben veel gebabbeld over servers en netwerken. Ook zijn centrale staat nu mee in mijn netwerk. Hoe je dat nu moet instellen, met zo'n subnetmasker, dat had ie nog nooit begrepen. Alleen dat ie soms 0 moest invullen en soms 240. Ik het het uitgelegd met énen en nullen op een blaadje papier. Zijn verbazing was groot: al 12 jaar doet ie zijn job, en nooit had ie dat begrepen. Even stel ik me de vraag waarom hij nu ingenieur is en ik niet.

Zijn GSM nummer zit mee in de centrale. Een directe hulplijn, dat komt van pas. Hij is toch altijd in de buurt, dus ik mag altijd bellen. En dat ga ik doen, als zijn speelgoed niet werkt. En ik denk dat ie graag langskomt. We connect. Technically hé ! Niks anders hoor !

zondag 8 januari 2012

Polyglot

Ik ga een nieuwe taal leren. Dat is toch het plan. Ik weet nog niet helemaal dewelke, ik ben op zoek naar wat me het beste ligt. Ik weet ook niet wat het beste in de markt ligt, want ook dat is een criterium dat meetelt. De taal die ik nu gebruik is oud. Ze zal misschien niet lang meer bestaan.

Ik ga ze niet spreken, maar schrijven. Ik heb het dan ook niet over een spreektaal maar over een programmeertaal. Ik "spreek" al in verschillende talen met een computer, maar de taal die ik nu al een hele tijd gebruik is in onbruik geraakt. Sinds 1996 programmeer ik in Delphi, dat is de Windows variant van het oude Pascal. Ik heb eigenlijk nooit echt Pascal geleerd, ook Delphi niet. Het werd eerder in mijn schoot geworpen, en ik moest mijn plan maar trekken. Maar dat is wel aardig gelukt.

Het is dan ook een beetje anders dan de taal die mensen onder elkaar spreken. Eens je een beetje doorhebt hoe een machine denkt, komt dat vaak vanzelf. Zo is het toch in mijn geval altijd geweest. Ik deed ooit mee aan een examen Step-5 voor PLC's. Dat is een computertaal die veel in de industrie gebruikt wordt om machines aan te sturen. Ik had alle punten gekregen die de prof kon geven want er was niets op aan te merken. Het kleine stukje computersoftware dat als examen diende, werkte immers perfect en dan kan je moeilijk commentaar geven.

En toch had ik nooit die taal geleerd. We hadden in de avondschool 2 jaar les gekregen in PLC maar ik was er nooit aanwezig. Toen het examen daar was, heb ik me er een paar avonden in verdiept en merkte dat het heel erg veel leek op dingen die ik kende uit mijn jeugdjaren, toen ik als volleerde nerd met niets anders bezig was.

Bon, ik ben benieuwd. Ik ga nu iets kiezen dat me aanspreekt en waar vraag naar is op de "markt". Voor mij zal 2012 een jaar worden waarin ik me op professioneel vlak een beetje ga verruimen. Ik vind het alvast heel spannend ...

donderdag 22 december 2011

BBS

Dat is de afkorting van Bulletin Board System. Het lijkt misschien vreemd, maar internet bestaat nog niet lang. In de huidige vorm zoals we dat nu kennen, hadden we zelfs geen internet op ons kantoor toen ik in 1996 in een klein softwarehuis ging werken. Er was wel een e-mail adres, maar dat werd niet gebruikt. Om online te gaan moest je ook inbellen met een modem, en dat kostte tijd en geld.

Maar de jaren voordien was er helemaal geen sprake van. Er was een soort voorganger van Internet, en dat waren dus de Bulletin Board Systems. Toen ik jong was en nog super nerd (ahum) maakte ik daar gretig gebruik van. Je kon een modemverbinding maken met één bepaalde server. Maar die moest je dus opbellen met een modem. Maar de verbinding was kostelijk als je ver van de server woonde. Toen waren gesprekken in de binnenlandse telefoonzones nog erg duur. Als je vanuit de 03 zone van Antwerpen naar de 02 zone in Brussel belde, kostte dat een pak geld. Belgacom (wellicht toen nog RTT) had er immers voor gezorgd dat er een kleine zone Mechelen tussen lag. Dan waren de zones 02 en 03 plots geen aangrenzende zones meer. En dat zag je in de telefoonafrekening!

Ik hield me veel bezig met muziek. Ik had toen een Commodore Amiga, de opvolger van de beroemde Commodore 64. Daar maakte ik muziek mee.

Je kon er een MOD file mee maken, dat is een computerbestand dat samples muziek op een rijtje zet. Zo maakte men vroeger de eerste House muziek en de New Beat. Met dit programmaatje heb ik me toen goed geamuseerd. Ik herinner me een remix van Dr Alban's It's My Life. Maar ook een remix van het deuntje van het Rad van Fortuin. Daarin had ik dan allerlei sampletjes verwerkt van de kandidaten en van Walter Capiau.

En die deuntjes kwamen terecht op de BBS'en. Daar konden andere mensen ze dan beluisteren. En ik deed vrolijk mee met downloaden van allerlei andere leuke muziek. Alleen... die kosten hé. Ik herinner me één keer een fikse ruzie met de mama toen de telefoonrekening plots meer dan 4000 BEF was, terwijl dat normaal enkele honderden was. De afrekening toonde ook plots enkele internationale nummers uit Italië en Frankrijk. Daar stonden de leukste servers, en ik dacht ach, efkes bellen kan geen kwaad. Maar mama dacht daar anders over ;-)

donderdag 6 oktober 2011

Velleman

Ik durf wedden dat je dit niet kent. Neen, ik ga niet wedden want iemand die misschien meeleest kent het wel. Ik heb het van hem gekregen in bruikleen.

Dit is een experimenteer-interfacekaart met USB aansluiting. Ik verzin dat niet zelf, het staat zo in de catalogus van Velleman, het bedrijf dat dit soort spullen op de markt brengt. Ik heb dit nog nooit gezien. Toch doet het me ongelooflijk dromen. In mijn jonge jaren kocht ik dit soort spullen vaker, maar sinds 20 jaar doe ik dat niet meer. Ik vraag me af waarom.

Het heeft 8 digitale outputs, 5 digitale inputs en 2 analoge inputs. Je kan het verbinden via USB aan een computer. Klik nu niet weg, want het is megacool. In het Nederlands wil dat zeggen: het is een interface. Wacht! In het echt Nederlands: een verbinding tussen je computer en de wereld.

Ik zou een lichtsensor en wat kleine electrische motoren kunnen aansluiten en dan kan ik de zonneblinden in mijn kantoor automatisch laten verduisteren als de zon fel schijnt. De lichsensor kijkt hoeveel licht de zon geeft, en de computer bestuurt de zonneblinden. Als de zon hevig schijnt, moeten ze helemaal dicht. Is er soms een wolkje, dan mogen ze een beetje open. Is het bewolkt, doe ze dan helemaal open. Maar als het pikdonker is, doe ze dan dicht. Want 's nachts mogen de mensen niet binnenkijken.

Als ik dit op een server aansluit en wat software schrijf, zou ik via mijn iPhone kunnen zien hoe warm het in de kamer is. Als het te koud is, kan ik de verwarming al aanzetten voor ik thuiskom. In de zomer kan ik de airco op afstand bedienen. De zonneblinden mogen dan ook dicht natuurlijk :)

Dat zijn geen dromen, dat kan echt allemaal. Ik deed dat vroeger wel vaker. Maar met dit kaartje is dat up-to-date, het werkt met een recente computer en de taal die ik nu programmeer, niet die van mijn jeugdjaren.

En wat gaan we nu echt doen ? (buiten zelf zo snel mogelijk zo'n ding kopen). We gaan met 4 van die kaartjes een toetsenbord nadoen. Een computer zal een toetsenbord nadoen dat aan een CD speler hangt. Je kan in die CD speler al je nummers en artiesten intypen. Maar we hebben dat al in een Excel file zitten, en je zou dus alles moeten overtypen. Dit kaartje zal dat nadoen. De CD speler zal denken dat iemand aan het typen is.

Wie nu nog aan 't meelezen is moet dat gewoon cool vinden. De anderen hebben toch al afgehaakt :-)

dinsdag 13 september 2011

Computerles

Ik heb een wonderbaarlijke man ontmoet. Vandaag zag ik hem voor de tweede maal, een aantal weken geleden voor het eerst. Hij is een 20-tal jaartjes ouder dan ik, maar ik heb met hem kunnen spreken over zaken die ik voor het eerst in mijn leven aan iemand kwijt kon. Het is niks filosofisch of emotioneel of zo. Maar wel technisch.

De eerste computer die ik ooit heb aangeraakt was een ZX-81 van Sinclair. Het moet 1983 geweest zijn. Ik was gefascineerd door het domme feit dat je op een knop drukt, en er een letter op het scherm verschijnt. Nu vinden we dat normaal, maar in 1983 was dat een wereldwonder. Je zag het wel eens op TV, maar zelf zoiets in huis hebben, dat vond ik het einde. Zijn geheugen was 1500 bytes, dus 1.5 kB. 1500 tekens intypen (nog geen twee schermen) en je moest stoppen...

De opvolger kocht ik een jaar later, de ZX Spectrum. 48 kBytes geheugen was toen een zee van ruimte. Ik ging in een computerclub omdat mijn ouders vonden dat ik dan wat socialer zou worden. We kregen les in BASIC, de taal die toen gebruikt werd. Die les heb ik maar even gevolgd, want ik leerde er niks bij.

Dan een cursus machinetaal voor gevorderden. Machinetaal is de taal die de computer zelf spreekt, dus echt de énen en nullen. Daar had ik al snel hetzelfde probleem. In de les hadden we een oefening die een aantal weken duurde. Ze bestond er in om een blokje op het scherm te bewegen van links naar rechts en omgekeerd. Je moest op pijltjestoetsen drukken om het te bewegen.

De leraar was toen oud. Wel zeker tussen 25 en 30 jaar. Ik was 14 of 15, dus zo zag ik dat toen. Hij had gemerkt dat ik de oefening snel klaar had en we raakten aan de praat. Na de les bleven we steeds hangen in de bar. Ik vertelde hem wat ik thuis met mijn ZX Spectrum deed en hij was heel verbaasd. Ik was bezig met spraakherkenning en spraakreproductie.

Als je in mijn kamer wou binnenkomen moest je voor de deur de woorden "deur open" uitspreken, en dan ging de deur open. We hadden een oude auto gestript van zijn elektrische motoren en die had ik gemonteerd in mijn kamer. De deur, het raam en de gordijnen gingen vanzelf open. Ze werden door mijn stem bestuurd. Mijn ZX Spectrum herkende een menuutje van 10 mogelijke woorden.

Ik heb geprobeerd om uit te leggen aan de leraar hoe dat werkte, want het was erg eenvoudig. Maar hij snapte het niet. Ik heb met de man nog een tijdje leuke gesprekken gehad over de computer na de volgende lessen. Dat was de reden waarom ik nog ging, want de les zelf ging nog steeds over dat stomme blokje op het scherm. De leraar heeft zelf gezegd dat het geen zin had om de volgende sessie van 8 lessen te volgen, want ik zou er toch niks aan hebben. Dan ben ik gestopt en heb hem niet meer gezien.

En nu dus, een paar weken geleden kom ik toevallig een man tegen die over computers begint. Hij hoorde dat ik programmeur was, en zei dat hij zelf in de jaren '80 op een ZX Spectrum in machinetaal programmeerde. Mijn mond viel open van verbazing. Hij heeft alles wat ik toen deed ook gedaan. Hij was bezig met software, besturingen, stappenmotoren en interfaces.

Maar hij heeft er zijn werk van gemaakt. Hij werd zelfstandig uitvinder en heeft inmiddels 5 patenten op zijn naam staan. Allemaal in diezelfde richting: software met besturingen voor echte machines. Hij heeft een machine uitgevonden die de gekleurde chips in casino's sorteert.

We hebben er al lang over gepraat, hoe het toen was. Hoe spannend, vernieuwend en eenvoudig die dingen in de jaren '80 waren. Wat je toen kon doen met een dom computertje waar je de volledige controle over had. Nu is dat niet meer. Ik hang af van wat Bill Gates heeft gemaakt en hoe stabiel dat draait. Toen was het programmeren in het hart van de computer zelf, op een leeg onbeschreven blad.

Hij heeft zelf ook gezegd dat ie het geweldig vindt om hier over te kunnen praten. Hij is inmiddels rond de 60, denk ik, maar hij kon hier nooit over spreken omdat niemand het kent. We hebben wel een uur gesproken over het feit dat het 'NOP' commando zo geweldig is. 'NOP' wil zeggen: doe niks. Tegen een computer zeggen om niks te doen is zowat het moeilijkste wat er is. Het probleem is, dat je altijd exact moet weten hoe lang hij niks moet doen, en dat is archie-moeilijk. Heerlijk toch, zo'n gesprek !

De komende weken en maanden zal ik hem vaak ontmoeten en daar kijk ik naar uit. Het leven zit vol verrassende ontmoetingen...

vrijdag 19 augustus 2011

Out of memory

Ik had me voorgenomen om niet over mijn werk te bloggen, en bij deze verbreek ik de belofte aan mezelf. Vanmorgen zat ik bij een klant, wat op zich al redelijk uitzonderlijk is. Met de jaren ben ik een beetje veranderd van functie. In het begin hield ik me bezig met het schrijven van software, het installeren en het opvolgen van klanten. Nu is dat in principe enkel nog schrijven. Het contact met klanten is beperkt.

Er is wel wat maatwerk gepland voor deze klant, wat ook al niet de bedoeling is. We overlopen de aanpassingen en de klant vraagt op welke termijn ik deze aanpassingen kan doorvoeren. Ik antwoord dat ik daar geen antwoord op heb. Ik kan niet zeggen of het dagen, weken of maanden zal duren.

Natuurlijk is zoiets niet aanvaardbaar voor een klant, dat weet ik. Maar het is de waarheid. De lijst met aanpassingen is enkele bladzijden lang. Ik kan bij elk punt een ruwe schatting maken, maar weet uit het verleden dat je er vaak compleet naast zit. Dan moet ik voorspellen hoeveel problemen er zich zullen voordoen bij de andere klanten de komende maanden. En dat kan je natuurlijk niet.

Maar laat ik het simpel houden, punt per punt.
Ik had een 5-tal jaren geleden een elektronische to do lijst. We werkten met 3 personen (nu nog met 2) en de lijst werd dus aangevuld met punten die moesten gebeuren. Allemaal even dringend, zo gaat dat met software.

Eén puntje herinner ik me heel goed. Er kwam te pas en te onpas in ons computerprogramma de melding "out of memory" bij het afdrukken van een document. Het was één puntje uit mijn lijst die toen zo'n 2000 items bevatte. Vele items waren reeds uitgevoerd, sommigen duurden een minuutje of twee om uit te voeren, anderen soms dagen. Of zelfs weken.

Die "out of memory" kwam op elke vergadering weer naar boven. Wanneer ga je dat nu eens oplossen, Jan? Ik had alle mogelijkheden al lang uitgeput. Handleidingen, discussiefora, websites... Ik heb me geabonneerd op een nederlandse en een engelstalige Delphi community (Delphi is de taal waarin ik programmeer). Maar er kwam geen oplossing. Veel ideeën van andere Delphi-programmeurs, sommige al genialer dan anderen. Maar niks hielp.

Meer dan 2 jaar heb ik gesukkeld en uiteindelijk hebben we besloten om het ganse programma in een nieuwe versie van Delphi te ontwikkelen. In pricipe is dat een update zoals een andere, maar vooraleer alles draaide was dat toch een aantal maanden fulltime werk en maanden testwerk bij klanten. Maar hij was dus wel opgelost !

Eén to do puntje had meer dan twee jaar geduurd. Het volgende op de lijst twee minuten. Software maken is anders dan een muur metselen. Je ziet niet altijd hoe ver je bent, en hoe ver je nog moet gaan. Soms moet je het zelfs opgeven en is er geen oplossing. Maar soms is de oplossing er na 2 minuten.

Als er nu dus iemand vraagt hoe lang iets gaat duren, kan ik dat niet beantwoorden. Het is onverantwoord, je kan er klanten mee verliezen, en het is niet professioneel. Maar het is wel de waarheid. Van mij wordt verwacht dat ik begrip heb voor het standpunt van de klant, maar wie toont er begrip voor mijn standpunt? Niemand helaas. Want het is onverkoopbaar.