De discussie kan ik nooit winnen. Ik wil ze ook nooit aangaan, maar mijn keuze dwingt me ertoe. Ik heb ze ook al heel erg vaak gevoerd, en ik heb ze nog nooit gewonnen. De andere heeft altijd gelijk.
Ik kies er zelf voor om te vertellen dat ik bij de AA ben. Dat impliciceert dat ik alcoholist ben. Ik heb er nu geen last meer van, want ik drink niet. Maar genezen ben ik niet. Ik zal het nooit zijn. Alles wat ik moet doen is niets drinken en de symptomen blijven weg.
Dat heel eenvoudige principe wordt niet aanvaard. Als ik het vertel aan iemand die wel graag pintjes lust is zijn eerste vraag: hoeveel dronk je dan? Niet om te weten hoe erg het met mij gesteld was, wel om meteen een berekening te maken en zijn aantal pintjes te minimaliseren. Vaak zal zijn aantal ook lager zijn dan wat ik in mijn laatste jaren heb verzet.
De bekende argumenten waren weer daar. Niet drinken tijdens de week, we tellen donderdagavond wel al even bij het weekend. Niet drinken vanaf een bepaald uur. Het uur werd niet gezegd en of het al vervroegd is met de jaren ook niet. En enkel drinken in gezelschap. Ik deed het ook vele jaren, maar de grenzen werden verlegd. De uren vroeger, de weekends langer en het gezelschap kleiner.
Ik noem niemand alcoholist want dat is een waardeoordeel. Het komt niet aan mij toe.
Ik kan wel een objectieve vergelijking maken met mensen die ook aan onze tafel zitten. Ze deden niks anders dan wat hier boven staat en noemen zich wel alcoholist.
Maar die vergelijking mag ik niet maken. Ze is te eerlijk of te confronterend. Ik heb in elk geval geen gelijk. De andere heeft gelijk, het kan niet anders.
Ik had vroeger ook gelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten