Er bestaat een rechtlijnig traject dat 100% slaagkans geeft. Door dit eenvoudige principe te volgen, bereik je altijd het doel dat vooropgesteld wordt. De enige voorwaarde is capaciteit en inzet.
Je zou het over de ganse lijn kunnen toepassen, maar nu spreek ik enkel over het onderwijs dat ik genoot. Daar was dit principe zo sterk verweven in het hele bestel dat het bijna één van de tien geboden was. Het had nog gekund ook, want het Klein Seminarie in Hoogstraten was uiteraard streng katholiek.
Helaas hebben sommige leerlingen een afwijkend gedrag en dan werkt het systeem niet. Je voelt zo aan je water dat ik er zo één was. Het heeft me altijd parten gespeeld en dat is vandaag nog zo. Dat komt dan ook omdat niet enkel de school van toen, maar ook de grote boze wereld op die manier in elkaar zit.
Nu moet het concreter worden. Ik was een luierik. Dat werd me ingefluisterd van toen ik jong was. Soms werd het niet gefluisterd, maar bijna geroepen. Het effect is hetzelfde, het werkt niet motiverend. Hoe vaak ik ooit moest horen dat ik in het vierde leerjaar van de lagere school een leraar heb gehad die tegen mijn moeder in vertrouwen zei dat ik de beste leerling van de klas zou kunnen zijn, als ik maar wat moeite zou doen. Maar ik zat te dromen en leerde mijn lessen niet genoeg. Huiswerk bleef liggen en in plaats van de eerste was ik dan "maar" de derde van de klas. Waarom het verhaal nu nog rondzweeft weet ik niet. Ook nu geeft het geen meerwaarde qua motivatie.
Al bij al had ik weinig last van het fenomeen. Het werd te pas en te onpas op mijn bord gegooid, maar niemand deed ooit de moeite om er iets mee te doen. Er was geen begeleiding zoals dat nu bestaat. Ik moest gewoon meer mijn best doen en daarmee was de kous af.
Toen ik 17 was, werd het wel een probleem. In het laatste jaar had ik onder zachte dwang een richting gekozen met heel veel wiskunde. Ik denk acht uren per week, plus nog eens twee uren wiskundig tekenen van dezelfde leraar. Ik tel die er nu bij om het nog dramatischer te laten klinken.
De leraar was pastoor en alcoholist. Nu maak ik me schuldig aan één van de principes van de AA. Ik benoem nooit iemand anders als alcoholist. Maar dit was er gewoon één. Je rook het aan de adem en je zag het aan het einde van de zinnen en formules op het bord. Hoe verder de woorden inzakten, hoe erger de kater was.
Bij deze leraar ben ik vastgelopen. Ik heb dan ook het jaar moeten overdoen. Ik ga niet zeggen dat het zijn schuld was, want ik was zelf de luierik. Als ik gewoon mijn best had gedaan, was ik wel de eerste keer meteen geslaagd.
Maar hij had één ijzersterk principe waar niet van werd afgeweken. Je moest antwoorden op zijn vragen in de klas. Hij vroeg je niks op de man af, je moest gewoon vrijwillig je hand opsteken in de klas om zelf het antwoord te geven op een moeilijke wiskundige vraag die hij aan de ganse klas stelde. Als je een antwoord kende, moest je dus alleen maar je vinger opsteken, het antwoord geven en hij was tevreden. Dan kreeg je punten voor medewerking in de klas.
Ik was op voorhand al gewaarschuwd. Mijn broer kende mijn karakter maar al te goed en hij wist dat ik dat niet zou doen. Ik was veel te verlegen om in een groep leerlingen het woord te nemen, zelfs al ging het over een wiskundig antwoord dat ik vaak wel wist, en zelfs al was de groep in de 6de wetenschappelijke A heel erg klein. Ik herinner me letterlijk zijn woorden: "bij den *** zal je uit je kot moeten komen!" De sterretjes censureren nu de bijnaam van de leraar.
Maar ik deed het niet. Na een tijd had ik door dat de leraar boos op me was. Hij had ook zijn eigen regels heel duidelijk uitgelegd: in mijn klas gaat het zo. Wen er dus maar aan, het is de enige manier die juist is. Als je deze manier niet volgt, krijg je geen punten voor medewerking in de klas.
Ik heb ze dan ook niet gekregen. Ik was ook niet meer gemotiveerd om nog iets te doen, dus ook de andere cijfers die enkel iets zeiden over mijn wiskundige kennis waren slecht. Daarom moest ik dan ook mijn jaar overdoen.
De tweede poging was anders. Hij had zich er blijkbaar bij neergelegd dat ik nooit zou antwoorden en ik heb me enkel nog geconcentreerd op de leerstof en de examens. Zijn principe was niet veranderd en ook in het bisjaar bleef ik stil. Toen ik afstudeerde herinner ik me dat ie mijn moeder aansprak. Ik herinner me niet exact de woorden, maar het kwam erop neer dat dat toch zo jammer was, dat ik mijn jaar had moeten overdoen. Waarom was ik toch zo koppig geweest om niet mee te werken in de klas? Waarom was ik toch zo koppig geweest om zijn principe niet te volgen? Dat had mij één jaar schoolbanken bespaard!
Ik kan die vraag ook omdraaien. ***, waarom was jij zo koppig met je principe? Het heeft mij één jaar schoolbanken gekost.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten