donderdag 26 september 2013

De trompetviool

Je moet het gezien hebben om te snappen wat ik bedoel. Het woord heb ik zelf verzonnen, maar ik had het net zo goed viooltrompet kunnen noemen. Het is moeilijk hoor, want beide woorden zijn van toepassing op het instrument.

Toch is er altijd één woord dat overheerst, en dat moet je achteraan plaatsen. Er bestaat een truuk voor, wist je dat? Je moet het object in kwestie vanop een hele grote afstand bekijken en dan benoemen wat je als eerste ziet. Zie je eerst dat het vooral een viool is, dan noem je het trompetviool. Als de trompetvorm overheerst, dan noem je het viooltrompet. Het principe is kaas met gaten, probeer het maar eens met snoekbaars of zalmforel. Dat lukt mij zeker niet, maar misschien komt dat vooral omdat ik niks van vissen ken.

Maar dit is een instrument dat je wellicht trompetviool zou noemen, moest je het voor de eerste maal zien. De man die het bespeelt is nogal irritant omdat ie buiten naast de winkelkarren van den Aldi zit. Hij zit zo dichtbij dat ie je meteen aankijkt en zijn tempo en volume verhoogt als je een kar neemt om te gaan winkelen. Ik heb het altijd vreemd gevonden dat ie hier zit. Waarom gaat ie niet aan de Delhaize zitten? Je kan toch verwachten dat ie daar meer omzet draait?

Ik ben slecht gezind vandaag. Dat komt omdat ik weer moeilijk kan wandelen maar met de nieuwe medicijnen kan het weer net. Je zou verwachten dat dat dan goed is, maar de regelmaat waarmee het altijd weer bergaf gaat speelt me parten. De man ziet het als ie me aankijkt en lacht. Hij doet dat om zijn halve euro te krijgen, dat weet ik wel. Maar mijn halve euro gaat in de kar en niet in het potje van de man. Hij moet toch weten dat ie best moeite doet als mensen hun kar terugplaatsen want mensen die de winkel binnengaan hebben hun cent nodig om het slot van de kar te openen. Toch doet ie een enthousiast vreugdedansje bij zijn lied. Hij draait zelfs even rond maar dat zal wel bij de act horen.

Ik doe mijn aankopen en kom terug op de parking. Nog voor ik buiten ben, hoor ik de viool spelen. Het liedje is nu met nog meer tempo en nog voor ik de man zie kan ik al raden dat ie een klant lokt. Je hoort het aan het volume en het tempo. Maar als de deuren van de winkel openen, zie ik op de hele parking niemand in de verste verte in de buurt van de winkelkarren. De man staat er alleen en draait rond door zijn eigen enthousiasme. Het brengt niks op hoor, hij doet het dit keer gewoon omdat ie goed gezind is.

Misschien was dat dan ook zo toen ik binnenkwam? Ik ga er vanuit dat hij mensen wil lokken met zijn deuntjes, maar misschien vindt ie het gewoon fijne liedjes? Anders zou ie nu toch gewoon op zijn achterwerk op het muurtje zitten in plaats van zich uit te sloven?

Ik moet nu weer naar hem toe, want lege winkelkarren horen daar thuis. Maar hij irriteert me niet meer, het is een beetje grappig. Heel mijn redenering was in duigen gevallen en daar moet ik om lachen. Ook dat heeft ie gezien en hij verhoogt zijn tempo en volume nog een beetje. Deze keer gooi ik wel de halve euro die uit de kar komt in zijn bekertje. Gewoon, omdat ie zo grappig is.

De waarheid ligt wellicht in 't midden. Niemand doet dit voor zijn plezier, dat geloof ik nooit. Maar hij geniet er vandaag duidelijk van en er is al een beetje opbrengst want het bekertje klingelt als mijn halve euro erin valt. Hij is trouwens helemaal niet zo dom hoor. Weet je dat er aan de Delhaize ook altijd iemand zit? Hij verkoopt een krantje en de mensen die er met hun volle winkelkarren voorbij komen zijn altijd heel erg gehaast. Ik zag nog nooit iemand een krantje kopen. Maar de trompetviool maakt mensen blij. Hun budget is wellicht lager maar toch zag ik vaak muntjes die uit de winkelkar recht in het bekertje voor zijn voeten worden gedropt.

En vandaag bracht het dus op. Hij heeft immers een halve euro verdiend en ik ben niet meer slecht gezind.

2 opmerkingen: