donderdag 12 april 2012

Vodka moment

Ken je dat, een vodka moment? Ik wel. Ik heb er veel gehad. En ik heb er nog. Zelfs deze week nog eentje. Het is een moment dat je zin hebt om iets te drinken. Geen water, geen cola, maar iets "echt". Omdat je het verdiend hebt. Omdat het allemaal te veel wordt. Omdat je te veel stress hebt. Of gewoon omdat je na een lange dag wilt relaxen.

Er zijn heel erg veel varianten. Sommigen zijn sociaal aanvaard, anderen niet. Waldek heeft ze vaak in Thuis. Als ie van zijn werk komt en Rosa maakt ruzie of Kasper doet onnozel, dan heeft ie een vodka moment. Je moet me verontschuldigen dat de verhaallijn niet klopt want ze is vier jaar oud. Ik volg thuis in de namiddag en daar zit Kasper, de geadopteerde zoon van Waldek en Rosa er nog in. Nee, ik vergis me, hij is net vertrokken met een cruise, de wijde wereld in. Misschien zien we hem niet meer terug in Thuis. Niet verklappen hé, want ik ben niet op de hoogte van de huidige verhaallijn.

Rosa heeft ook vodka momenten. Ze zijn anders, er komt ook geen vodka aan te pas. Zij drinkt een glas rode wijn. Om te kalmeren, om te vieren of om samen met Jenny het wat gezellig te maken. Bij de Bastiaansen is het porto. Vanaf de middag al. Marian drinkt porto in haar mooi salon. Dochter / dokter An drinkt er eentje mee. Voor de gezelligheid, omdat het middag is, omdat het avond is of om iets te vieren. Nee, wacht! Als ze iets vieren is er champagne, die staat altijd koud. Je weet nooit wanneer het van pas komt.

Eddy bezat zich. Het zit in zijn genen. Zijn madam Nancy, de kuisvrouw, is aan 't minderen. Frank ook nu hij met een taxi rijdt. Maar vroeger kon die er wat van. Zijn broer Luc zie je meestal Whisky drinken. Soms aan een tafeltje of aan de bar in Ter Smissen. Maar soms ook met een hele fles thuis.

Alle varianten komen in beeld. Ik heb ze allemaal meegemaakt. Elke soort is de revue gepasseerd. Eerst had ik een Kriekperiode, dan een pintjesperiode, een Hoegaardenperiode, daarna porto, wijn, Martini en als laatste vodka. Of vodka-Martini, of whisky cola en soms een glas wijn. Of nog altijd een pintje, natuurlijk. Als we op stap gingen.

Je zou denken dat het problematisch wordt als je het patroon bekijkt. Dat het erger en erger werd omdat de drank steeds sterker werd. Of het tijdstip op de dag vroeger. Of een dag voor het weekend vroeger. Of misschien omdat je ook alleen drinkt en niet enkel in gezelschap.

De redenering is fout. Ik ben telkens in de val getrapt. Het zou wel OK zijn als ik maar geen sterke drank drink. Of als ik enkel drink in gezelschap. Of nooit in de week, of als ik dan toch in de week drink niet voor 18u 's avonds. Elk smoesje was goed genoeg om me wijs te maken dat het OK was. De mooiste was wellicht een maand geen alcohol drinken. Ik deed het af en toe. Zie je wel, ik heb geen probleem! Ik kan wel een maand geen druppel alcohol drinken, dus ik heb geen probleem.

Ik zit aan tafel met een man of tien. Elke donderdag vertellen ze verhalen. De verhalen zijn anders maar dit verhaal hebben we allemaal gemeen. Niet tot in de kleine details, want sommigen dronken nooit alleen. Maar ze bleven wel plakken als al hun vrienden al naar huis waren. Of ze dronken geen sterke drank, maar na een tijd wel alleen nog Duvel. En soms al ééntje 's morgens vroeg. Of enkele op de middag.

De soort, de hoeveelheid, het tijdstip, het gezelschap. Het heeft er allemaal niks mee te maken. De redenen ook niet, want ze werden wazig. De drempel werd lager. Een pintje drinken omdat de zon schijnt, omdat het donderdag is, omdat ... waarom eigenlijk? Maar ik heb er dus nog. Ik heb nog vodka momenten en ik negeer ze niet. Ik zoek naar de oorzaak en die pak ik aan. Donderdag is geen reden om te drinken. Tegenslag ook niet, stress of eenzaamheid evenmin. Het heeft altijd net het omgekeerde effect gehad. De tegenslag werd erger, de stress ook en na een tijd was ik helemaal alleen.

Nu zijn het herinneringen. Ik kom in de nachtwinkel en ben blij dat ik een Cola Zero kan kopen zonder naar de andere flessen te kijken. Ik negeer ze niet, maar ik ben blij dat de knoop in mijn hoofd ontward is. Daarom heb ik ze niet meer nodig. Ik moet me vroeger vreselijk vergist hebben door dat te denken, dat het bij mij hoort. Want dat klopt niet, ik ben er niet voor gemaakt. Vroeger vond ik mensen die niks dronken saaie mensen. Ik vond het watjes. Als iemand een water bestelde vroeg ik of ie er zeep bij wou.

Dat ik me zo kon vergissen, ik snap het nog steeds niet.

1 opmerking: