Dat is soms behoorlijk vervelend om zo door het leven te gaan. Ik kaart dus niet. Ik kan het niet, het interesseert me niet, maar vooral: ik wil het niet.
Toen ik jong was, werd er altijd met de kaarten gespeeld. De naam van het spel ontsnapt me, maar het was iets heel plastisch. Zo is dat toch met alle namen van die spelletjes. Als de familie samenkwam, gingen de nonkels en tantes aan een grote tafel zitten. Eerst kabbelde de namiddag rustig verder, maar met de spanning van het spel steeg ook de promille in het bloed. Dan gebeurde er iets heel vreemd. De meest bedeesde nonkels en tantes werden plots agressieve bulldogs die alleen nog konden blaffen.
Het idee om met die meute mee te doen schrok me altijd af. Met de jaren werd ik ouder, en ik werd verondersteld om mee te doen. Dat hoort er bij als je groot bent. Maar ik heb dus altijd neen gezegd. Omdat ik het dus niet kan, maar ik wil het ook niet leren.
Maar daarna is het dus vaak vervelend geworden. Je wordt immers verondersteld om dat te kunnen. Je wordt verondersteld om zelfs indien je geen zin hebt, mee te doen. Vaak is er een vierde man nodig weet je? Je krijgt een schuldgevoel aangepraat als je de drie anderen in de steek laat.
Dus als iemand het nog eens vraagt: ik kaart dus niet. Ik dans ook niet. En ik drink niet.
Eigenlijk ben ik een serieuze saaie piet als ik dit paginaatje lees ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten